Dippen: de nieuwste parkeerrevolutie
Revoluties in het betaald parkeren voltrekken zich in stilte. De komst van Frieslands eerste parkeermeter in 1969 was niet eens een feestje waard.
Door De RedactieDeze weken gaat de ene na de andere Friese gemeente over op Dip & Go; parkeergeld betalen met het mobieltje of door simpelweg de pinpas voor het betaalapparaat te houden.
In Franeker maken ze er een officieel wethoudersmomentje van. In andere gemeenten wordt de verandering zwijgzaam ondergaan.
Zo gaat dat, in de wereld van het parkeren. De plaatsing van de eerste parkeermeter in Nederland leverde in 1962 en 1963 lange Kamerdebatten op. Het waren Amerikaanse fratsen. Maar toen het ei eenmaal was gelegd, veroverden de meters geluidloos en in rap tempo de grote stad.
In februari 1965 beet Groningen het spits af met de plaatsing van 74 parkeermeters in het centrum. De gemeenteraad van Leeuwarden sprak daar nogal neerbuigend over. Het plaatsen van dergelijke palen zou ,,slechts camoufleren dat we niet in staat zijn het parkeerprobleem op te lossen’’, zei de Leeuwarder VVD-fractievoorzitter en kamerlid Binne Piet van der Veen in 1964.
De parkeermeter bleek een goudmijn. Wie meters plaatst, kan ook boetes schrijven.
In 1966 wreef de minister van financiën zich voor het eerst stevig in de handen. In negen maanden tijd was er dat jaar voor 1,5 miljoen gulden aan parkeerboetes uitgeschreven - geld dat linea recta in de schatkist vloeide.
Leeuwarden kon niet achter blijven. In 1968 viel het besluit. Er kwamen 55 parkeermeters op de Nieuweweg, de Weaze, de Ossekop, de Brol, de Korfmakersstraat en het Gouverneursplein. Parkeren kostte tien cent per halfuur. En per uur een kwartje.
Er was niet één wethouder die feestelijk het eerste kwartje wierp. Het was ook wennen, die parkeermeters. Chauffeurs waren huiverig. Op het Gouverneursplein bleken de betaald-parkeerplekken vaker leeg dan elders. En kwajongens hadden de palen snel in het vizier.
‘Baldadige jeugd heeft een nieuw spelletje ontdekt: afgebroken houten ijscolepeltjes in parkeermeters stoppen. Daardoor bezorgen ze automobilisten gratis parkeren, maar meters gaan stuk en dat is de bedoeling niet’.
Eind dat jaar werd evenwel tot uitbreiding van het aantal parkeermeters besloten. Drachten volgde in 1970 en plaatste er direct 405, Sneek zette 250 parkeermeters in de binnenstad. Ze stonden er en we wisten niet beter.
Het duurde niet lang of de kaartjesautomaten verschenen. Twee stuks om precies te zijn, in 1972 op het Oldehoofsterkerkhof in Leeuwarden. De chef van de gemeentelijke verkeerspolitie gaf advies.
‘Bij die automaten kunnen bij inworp van geld kaartjes worden gekocht, die recht geven op parkeertijd: twee kwartjes voor twee uren. (…) Hoofdinspecteur H. Snoeck raadt aan eerst een plekje te zoeken en dan pas een kaartje te halen, omdat bij omgekeerde volgorde na het kopen van een kaartje wel eens kan blijken dat het terrein vol is’.
In Dokkum waren ze apetrots. Sneek, Heerenveen, Drachten - er was buiten de hoofdstad geen enkele Friese plaats die over kaartjesautomaten beschikte. Toen zette Dokkum er in 1976 twee neer op de Markt. De geschatte inkomsten werden door het college van burgemeester en wethouders breed uitgemeten; maximaal 25.000 gulden per jaar.
Het gedoe met muntjes en automaten zorgde voor heel wat leed. Lees maar, zoals hier in 1980.
‘Parkeerders in Leeuwarden zijn, blijkens vele storingen, nog niet helemaal aan parkeerautomaten gewend. Van de vijfentwintig automaten die sedert oktober vorig jaar in gebruik zijn, zijn er gemiddeld twee buiten bedrijf als gevolg van onoordeelkundig gebruik en domme opzet. Onwillig muntstuk is al voldoende om apparaat te ontregelen en voorschriften op automaat worden niet altijd gelezen. Vaak zit gulden er al in voordat men door heeft dat het drie kwartjes moeten zijn en driftige automobilist, die meent aarzelend mechaniek met geweld tot teruggave van teveel betaalde te kunnen dwingen, is meestal succesvol in veroorzaken van storing.’
De komst van de pinpas was een zegen, maar duurde lang. Pas in 2008 kondigde toenmalig wethouder Gerrit Krol aan dat Leeuwarden de parkeerautomaten zou vervangen, een operatie van €1,5 miljoen, en dat er voortaan ook met een pinpas kon worden betaald.
En nu gaan we dus dippen. Drachten maakte de parkeerautomaten er eind vorig jaar geschikt voor, de andere plaatsen volgen. Je checkt het bedrag, houdt de pinpas tegen het apparaat, drie bliepjes, klaar.
In Franeker is het reden voor een feestje. Wethouder Joop Bekkema neemt de eerste automaat aan de Voorstreek officieel in gebruik. Daarna is er koffie en taart in De Doelen.
En terecht.
Laatst gewijzigd op 18-05-2015 om 14:32 uur