De grachtengordel over benepen Friezen
Friezen zijn bekrompen, kleinburgerlijk, kleingeestig, kleinzielig, kortzichtig, pietluttig, angstig, benard, benauwd en duf. Zegt iemand die er over heeft nagedacht. Hoor je het ook eens van een ander.
Door Wiebe Pennewaard'Benepen' is een mooi en doeltreffend woord. Een tikje oubollig, maar de synoniemen schetsen een helder beeld. Hier zit iemand in een spitkeet door een heel beperkt denkraam bang naar de boze buitenwereld te loeren. Dit geldt voor de Friezen, vindt Joyce Roodnat. De journaliste van NRC Handelsblad, eindredacteur van het Cultureel Supplement, concludeerde het op 27 april in een column.
De aanleiding vormde het gesputter in enkele van de elf Friese steden over de fonteinen, die bedacht zijn voor als volgend jaar Leeuwarden – inclusief ruime omgeving – een van de twee Europese culturele hoofdsteden is. Roodnat had verwacht dat de Friezen door het dolle van trots zouden zijn. Maar nee. Want, schrijft ze, de mienskip vraagt waarom er geen Friese kunstenaars bij zitten. En waarom de titel ‘11 Fountains’ is, in het Engels.
Ze liet de klepel voor wat die is
Voor haar column is Roodnat wel tegen een klok aangelopen, maar liet ze de klepel voor wat die is. De twee genoemde kanttekeningen bij het fonteinenplan hebben immers amper gewicht tegenover de wat serieuzere en langer aanhoudende kritiek. Deze betreft vooral de gepresenteerde vorm, plaats of de combinatie van beide. Zoals in Sneek, Dokkum en Workum.
Sneek als voorbeeld. De Duitser Stephan Balkenhol ontwierp een ruim drie meter hoog realistisch beeld van een man met een hoorn des overvloeds, staande op een fel gele bal, midden in de gracht aan het Hoogend. Tot nu 850 Snekers tekenden de petitie tegen deze plaats, pal in de zichtlijn naar de historische en voor Sneek symbolische Waterpoort. De tegenstanders opperden een prima plek om de hoek, 350 meter verderop, in het water naast het modernistische stadstheater. Zij vingen bot.
Het doet denken aan de gele badeendjes
Het is niet moeilijk enig begrip te hebben voor de oppositie. Vooral door die grote gele bal doet het kunstwerk denken aan de badeendjes, als ludiek project met honderden ergens in een stadswater, of aan de twaalf meter hoge badeend-blikvanger van bureau Amstock. Geinig voor een weekje, daarna vooral beeldbedervend. Grappig wellicht in een Amsterdamse gracht, waar het centrum toch al één groot pretpark is. Maar funest voor de blik op de eeuwenoude Waterpoort.
En hoe vat Roodnat zulke geluiden samen? 'Friesland reageert heel erg, nou ja, Fries. (…) Hoe benepen, hoe benard. Hoe jammer.' Het hele gewest met een enkele armbeweging weggeveegd. Alsof er nergens lof voor het fonteinenplan en de gepresenteerde kunstwerken klonk. Weggezet vanuit de grachtengordel, waar yuppen en hipsters protesteren tegen de toeristenhorde langs hun grachtenpanden, al dan niet ingericht als airbnb. Zij mogen wel klagen over aantasting van de historische binnenstad, maar de Snekers zijn kortzichtig.
Generaliseren, zoals Roodnat doet, is een beetje dom. Daarom hoop ik dat niet alle eindredacteuren van alle Culturele Supplementen van alle NRC Handelsbladen oordelen zoals zij oordeelt. Hoe haar visie te omschrijven? Gemakzuchtig. Onnadenkend. Of, eh, nog beter: benepen. Een mooi en doeltreffend woord.
Laatst gewijzigd op 28-04-2017 om 14:57 uur