Het Wilhelmus? Dan liever Bloed, Zweet en Tranen
Eén keer per jaar naar een groot plein marcheren om met duizenden scholieren het Wilhelmus te zingen: dat was al een bezoeking. Moeten straks op de basisschool kinderen elke dag beginnen, staande naast hun stoeltjes, met dat rare lied?
Door Wiebe PennewaardIn ons geval vormde de Grote Bredeplaats de plek des onheils. Op Koninginnedag sjokten alle klassen van de lagere scholen 's morgens vroeg naar het plein in de Harlinger binnenstad. Het toenmalige Stedelijk Muziekcorps stond dan al te blazen. Op het teken van een dirigent op een hoge ladder brulden dan wel mompelden wij, afhankelijk van de christelijke of heidense denominatie, min of meer het Wilhelmus mee.
Na zwaar tafelen wil ik 's nachts nog wel eens zwetend rechtop zitten met die herinnering, waarin we als toegiften ook nog enkele oud-vaderlandse liederen moesten laten horen als 'Merck toch hoe sterck' en 'In een blauwgeruite kiel'. Maar goed, die zongen we ook wekelijks op onze toch tamelijk progressieve Klaas de Vriesschool, naast opgewekte flauwekul als 'Waar de blanke top der duinen', 'De pahaduhun op, de lahanuhun in' en oersaaie, steevast ontsporende canons. Het was nog maar eind jaren vijftig.
Uitleg is al lang reguliere lesstof
Het Algemeen Dagblad druppelt elke dag uit het lek in de huidige formatiebesprekingen. En wist te melden dat de deelnemende partijen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie onder een kabinet Rutte-III scholieren meer willen laten leren over de tekst, betekenis en melodie van het Wilhelmus. Tal van leerkrachten reageren verontwaardigd: de uitleg over de nationale hymne behoort immers al lang tot de reguliere lesstof.
De oorsprong voor het idee ligt bij de christendemocraten, die al in hun verkiezingscampagne voorstelden om kinderen op school het volkslied te laten zingen. Maar ik steek er een lichaamsdeel naar keuze voor in het vuur dat zeker de Christen-Unie en de VVD dit ook een fijn besluit zouden vinden. Van D66 mocht je vroeger verwachten dat deze partij mordicus tegen zou zijn. Maar van D66 is al jaren onduidelijk wat je ervan kunt verwachten.
Met de rechterhand op het hart
Het schrikbeeld is dat van de scholen in de Verenigde Staten. Leerlingen dreunen met de rechterhand op het hart elke ochtend hun Star Spangled Banner op. Ook een voor kinderen onbegrijpelijke tekst, uit de Amerikaanse Oorlog van 1812. Maar het ritueel past in het overtrokken nationalisme waarmee Amerikanen groot worden, en zo hun beperkte kijk op de wereld ontwikkelen.
Nederland is een beetje de kluts kwijt, omtrent wie 'wij' als laaglanders zijn, sinds de wereld een dorp werd en 'wij' uit steeds meer verschillende culturen bestaan. Het is krankjorum om te denken dat de kluts wordt teruggevonden, als het achtjarige islamitische zoontje uit het Syrische vluchtelingengezin in zijn Harlinger leslokaal meezingt dat hij de koning van Spanje altijd heeft geëerd, en dat Gij, o God mijn Heer zijn schild ende betrouwen zijt.
Als er voor de saamhorigheid dan toch moet worden gezongen, 's morgens naast de stoeltjes, dan pleit ik voor André Hazes. Het rijm van diens 'Bloed, Zweet en Tranen' kreupelt maar is begrijpelijk en relativeert : 'K heb geluk gekend, maar ook verdriet gekend, hoe vaak stootte ik m'n kop, maar toch, ik ben tevreden met alles wat ik ben.' En het zwaait zoveel lekkerder, met alle handjes in de lucht, dan op 'Als vrome christen leven, 't zal hier haast zijn gedaan'.
Laatst gewijzigd op 19-08-2017 om 13:31 uur