Tip aan de makelaar: wordt snel brandweerman

Van alle beroepen geniet wereldwijd de brandweerman het meeste vertrouwen. In de meeste peilingen eindigt de makelaar doorgaans in de alleronderste regionen. Het is geruststellend dat deze onbetrouwbare beroepsgroep over tien jaar is uitgestorven.

De brandweerman staat steevast met percentages die de 100 naderen boven de ook altijd hoog gewaardeerde verpleegkundigen en, vlak daaronder, huisartsen. Echt verrassend is dit niet. Er gaan tijdens verjaardagen weinig verhalen rond over brandweerlieden die de afspraak waren vergeten, eerst uitgebreid wilden onderhandelen over de werkzaamheden en de hiervoor te bedingen vergoedingen, die maar wat aan prutsten bij het uitrollen van de slangen, of later gepeperde nota's stuurden met veel meerwerk, gebruik bluswagen en klein materiaal.

Zo is het prettig hoog scoren. En zal een belangstellende met een eigen acute uitslaande brand zeker gediend zijn van iemands advies om eens een betrouwbare instantie te benaderen, waarbij hij nog wel een tip heeft: bel de brandweer. Heel anders ligt dit bij beroepen die te maken hebben met de koop en verkoop, huur en verhuur van woningen. De Vereniging Eigen Huis peilde deze zomer hoe het er in die kringen voor staat. Bedroevend. Waar politici en autoverkopers – bedenk zelf de overeenkomst – nog door 10 procent van de Nederlanders betrouwbaar worden genoemd, is het rond de woning nog ernstiger kommer en kwel. 

Amper vertrouwen in beroepen op huizenmarkt

Zeven professies eindigden op een betrouwbaarheid onder de 10 procent. En alle zeven hebben uitsluitend of heel veel te maken met de huizenmarkt. In aflopende betrouwbaarheid zijn het de hypotheekadviseur en de directeur van een woningcorporatie (beiden worden door 8 procent van de ondervraagden betrouwbaar geacht), de bankier (7 procent), de verzekeraar en makelaar (beiden 6 procent), de bemiddelaar in energiecontracten (5 procent) en de projectontwikkelaar (4 procent).  

In het jongste nummer van het verenigingsorgaan staan die laag gewaardeerde makelaars in de schijnwerpers. En wordt uitgelegd dat de beroepsgroep al heel lang het magere oordeel over zichzelf afroept. De meesten werken zonder tarieflijst, en bieden ook verder zo weinig informatie vooraf dat het lastig is om een beredeneerde keus te maken. Klanten worden, als zij willen kopen of verkopen, opzettelijk dom gehouden. Zegt José Bloemer, die er als Nijmeegse hoogleraar in de marketing voor heeft doorgeleerd.

Geen negatieve recensies op Funda

Naast rondvragen in de eigen kring zou een review op een huizensite als Funda de potentiële klant ook kunnen helpen bij zijn keuze. Maar op deze site van de grootste makelaarsvereniging NVM mogen makelaars zelf bepalen of zij recensies laten tonen. Veel staan er niet op, en de wel geplaatste reviews resulteren geheid in minstens een dikke acht. Wat niet serieus kan worden genomen. De makelaars verweren zich in het Eigen Huis-magazine met de uitleg dat alle koop- en verkoopopdrachten verschillend zijn. En dus individueel maatwerk opleveren waaraan vooraf geen prijskaartje kan worden gehangen.

Het goede nieuws komt van Henk Volbeda, hoogleraar strategisch management en ondernemingsbeleid aan de Erasmus Universiteit. Hij verwijst naar ontwikkelingen in de Verenigde Staten. Hier doen huizen(ver)kopers al steeds meer zelf, vooral via internet. Virtuele rondleidingen, geautomatiseerde afhandeling van de administratie en formaliteiten. Hierdoor is de makelaar veel minder tot niet meer nodig, en daarmee zijn de tarieven voor standaardwerkzaamheden al flink gedaald. Uiteindelijk zal elke klant volledig gedigitaliseerd zelf zijn huis kopen of verkopen via gratis online platformen.

De makelaar gaat de schillenboer achterna, verwacht Volbeda. ,,Als tussenpersoon is hij al over een jaar of tien niet meer nodig.'' Dit is een fijn vooruitzicht. En een beetje slimme makelaar laat zich binnenkort omscholen tot brandweerman. Doe je tenminste echt nuttig werk, en ben je ook weer eens populair tijdens de verjaardagen.

Laatst gewijzigd op 16-10-2017 om 19:27 uur