Blinkend zilver in Harlingen
Topstukken uit de grootste particuliere zilververzameling van Nederland staan te pronk in zilverstad Harlingen. De tentoonstelling Een verborgen zilverschat in museum Hannemahuis is een topper. Op 19 juni is er een zilverkeuring.
Door Karin de MikZilversmid Valentijn Casper Beumke uit Amsterdam was een modern man. Dat denk je tenminste als je als 21e eeuwse bezoeker zijn waterketel op een comfoortje bekijkt. De ketel zou niet misstaan in een hedendaags interieur vol designspullen. De waterketel, die lijkt op een theepot, is echter gemaakt in 1765.
,,Supermodern”, meent ook directeur Hugo ter Avest van Museum het Hannemahuis in Harlingen. ,,Je zou hem vandaag de dag nog kunnen tegenkomen. Door dat driehoekige comfoortje is hij ook geschikt voor gebruik buiten, want ook als het waait blijft het vlammetje branden.”
Zo zijn er meer opmerkelijke zaken te zien in de tentoonstelling Een verborgen zilverschat in het Hannemahuis. Er worden allerlei zilveren gebruiksvoorwerpen getoond, zoals knottedoosjes, kandelaren, tabakspotten, bekers, theebussen, zoutvaten, waterkannen, schalen, mosterdpotjes en brandewijnkommen.
Grootste particuliere collectie
Het is de grootste particuliere collectie zilver van ons land. Hij bevat veel topstukken uit de zeventiende en achttiende eeuw. Veel daarvan zijn voor het eerst te zien. Bijzonder is dat de zilververzameling, waarvan in het museum overigens slechts een klein deel te zien is, in een betrekkelijk korte tijd bijeen vergaard is, vertelt Ter Avest. ,,Ter vergelijking: het Rijksmuseum deed daar 150 jaar over.”
Ter Avest trof de verzamelaar zo’n zes jaar geleden op een bijeenkomst van zilverliefhebbers. De man wil anoniem blijven. Er was een klik. ,,Ik bezocht hem thuis en mocht zijn collectie zien. Een hele eer.” De moeder van de man bleek een geboren Harlingse. Ook mede daarom gunde de verzamelaar het Harlinger museum een tentoonstelling van zijn zilverschat. Ter Avest: ‘We moeten als museum eigen inkomsten genereren en aan de weg timmeren. Met een expositie met landelijke uitstraling trek je bezoekers.” Dat bleek ook uit de tentoonstelling met schetsen van Rembrandt. ,,Daar kwamen 8.000 bezoekers op af; een aantal dat we anders op jaarbasis halen.”
Ter Avest kreeg alle vrijheid om te bepalen welke voorwerpen hij wilde exposeren. ,,Heel bijzonder. Ik kreeg carte blanche en kreeg geen enkele beperking opgelegd.” Hoe hij heeft gekozen? ,,Je begint op het oog. Staan er tien tabakspotten, dan kies je de vijf mooiste.” Hij loopt naar een vitrine met een klein mosterdpotje, met gravering. De maker is onbekend, maar het is gemaakt in 1684.
Een overtocht met een slee over de bevroren Zuiderzee naar Amsterdam werd in vorige eeuwen beschouwd als een mijlpaal. ,,Als aandenken kochten mensen vaak een zilveren souvenir. In 1763 bijvoorbeeld trok de Harlinger Tjepke Gratama met zijn vrouw, knecht en hond over het ijs naar Enkhuizen en vandaar naar Amsterdam. Onderweg kocht hij zilveren voorwerpen als aandenken aan de bijzondere tocht, zoals een suikerstrooier en een snuifdoos. De zilversmeden ter plekke zagen een boterham en verkochten deze tabakspotjes. Of de graveringen ter plekke werden aangebracht of thuis is onbekend.”
Huwelijksbokaal
In de zeventiende en achttiende eeuw telde vrijwel elke stad van enige omvang zilversmeden. Bij een geboorte, huwelijk of overlijden lieten de adel en gegoede burgerij herinneringsobjecten maken. Denk aan de bekende geboortelepels, waarvan er tientallen geëxposeerd worden in het Hannemahuis. Getoond wordt ook een huwelijksbokaal uit 1624, vervaardigd ter ere van het huwelijk van Johannes van der Stringe en Anna van Citters. Een voordeel van de zilveren voorwerpen was ook dat ze niet alleen emotionele waarde hadden, maar ook hun waarde in geld behielden.
Uiteraard zijn ook de Friese zilversmeden vertegenwoordigd op de tentoonstelling. Een daarvan is de Leeuwarder Rintje Jans. Van hem is een zilveren schotel (1670, doorsnede ruim 41 centimeter) te zien met daarop de vier continenten (Australië was nog niet ontdekt). In de zeventiende eeuw was de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden booming. De rijkdom door de handel werd nergens ter wereld geëvenaard. ,,Het zelfbewustzijn in de Nederlanden leidde tot een ruime blik. Dat grote denken werd afgebeeld aan de hand van de vier continenten”, licht Ter Avest toe.
,,Jans volgt bepaalde iconografische patronen. Amerika wordt afgebeeld met indianen, aapjes en een papegaai. Afrika met een liggende vrouw, een olifant en een leeuw. Een stier vertegenwoordigt Europa en een zittende vrouw met krokodil en kameel verbeeldt Azië. Jans had natuurlijk nog nooit een aap in het echt gezien. Als voorbeeld gebruikte hij in druk verschenen prenten. Dat je deze afbeeldingen zo in zilver kon maken is onvoorstelbaar knap. Kijk eens naar de vacht van de aap, die kleine haartjes.”
Claas Fransen Baardt
Van de fameuze Bolswarder zilversmid Claas Fransen Baardt staat er onder meer een brandewijnkom met deksel (1679) waarop ook de toenmalige vier continenten staan afgebeeld. ,,Hij behoorde tot de beste zilversmeden van Nederland”, vertelt Ter Avest. Sommige van zijn objecten ,,ondertekende” hij niet met merktekens maar met zijn handtekening. Op de brandewijnkom symboliseert de gekroonde vrouw met de scepter en de hoorn des overvloeds Europa. Amerika wordt ook hier voorgesteld als een indiaan, Azië met een kameel en struisvogel en Afrika met een papegaai. De zijkanten van de kom zijn bewerkt met afbeeldingen van zee- en veldslagen. Tussen deze oorlogshandelingen staan de vier elementen vuur, water, lucht en aarde.
Een tentoonstelling voor fijnproevers en zilverfanaten? Bepaald niet alleen, beklemtoont Ter Avest. ,,Ook mensen die geen verstand hebben van zilver kunnen zien hoe fraai de voorwerpen zijn”, vertelt hij als hij een zilveren broodschaaltje aanwijst. Dat ziet er ook al verrassend hedendaags uit. ,,Mensen vergapen zich eraan, zie je hoe fijntjes die is? Je zou hem nu nog in een designzaak kunnen zien staan.” Dat geldt ook voor de strak ogende kandelaren (26 centimeter hoogte) die op een vierkanten voet staan. Ze werden vanaf 1660 in Parijs gemaakt en Nederlands zilversmeden namen de vormgeving over.
Maar niet alles is strak en modern. De Amsterdamse zilversmid Reynier Brandt vervaardigde in 1775 een broodmand in de zwierige Lodewijk XVI-stijl met zijn uitbundige krullerige versieringen en rococo klauwpootjes.
Ter Avest hoopt nog heel wat bezoekers te mogen verwelkomen. Het is immers een bijzondere kans om een bijzondere particuliere zilvercollectie te bewonderen. D66-fractievoorzitter Alexander Pechtold, net als ter Avest zilverkenner en kunsthistoricus, sprak bij de opening in maart lovende woorden. Nederlandse musea kunnen een voorbeeld nemen aan het Harlinger museum, vindt hij. Het komt naar zijn oordeel te weinig voor dat musea belangwekkende particuliere collecties laten zien.
Laatst gewijzigd op 27-05-2015 om 16:02 uur