Slapen in postkantoor, warenhuis in de Beurs?
Als een mooi, historisch gebouw zijn functie verliest, is de eerste reflex: zonde. Maar kijk je naar de herbestemming van veel van zulke panden, dan zie je al snel: ze zijn nog nooit zo mooi geweest. Denk aan Post Plaza in het oude hoofdpostkantoor van Leeuwarden, de vuurtoren van Harlingen of het woonzorgcentrum in het voormalig psychiatrisch ziekenhuis in Franeker.
Door André KeikesEen museum in een oud warenhuis, een warenhuis in een voormalig Beursgebouw, een hotelkamer in een niet langer gebruikte havenkraan of vuurtoren, een galerie in een voormalig klooster. Alles kan waar het om herbestemming van monumentale oude gebouwen gaat. Herbestemming is niet nieuw, maar de benadering om unieke gebouwen voor de toekomst te bewaren is de afgelopen decennia wel veranderd.
Anders dan vroeger, wordt meer naar kostenefficiëntie gekeken, naar betekenis van het pand voor nieuwe gebruikers, kortom een gezonde exploitatie. Efficiëntie is een woord van tamelijk recente datum. Had je vroeger een pakhuis nodig, een kantoor of een school, dan werd er al snel gebouwd. Langdurig turen naar behaalde en verwachte resultaten was er veel minder bij dan nu. En over een mogelijke herbestemming had niemand het. Het vorig jaar bij Nai010 uitgevers verschenen, zeer informatieve boek ‘Rekenen op herbestemming’ van Sander Gelinck en Frank Strolenberg, is daar heel duidelijk over.
Spookstad
Detroit, ooit de welvarende stad van de Amerikaanse auto-industrie, is er een gruwelijk voorbeeld van. Tegenwoordig is het een leegstaande spookstad met hoge misdaadcijfers. Niemand had ooit nagedacht over een toekomst zonder auto-industrie. Wat resteert zijn grote, vervallen industriële gebouwen. Slechts kleine groepen jonge architecten, kunstenaars en vormgevers zien nieuwe kansen.
In Europa, met zijn veelheid aan historische gebouwen, gaan we heel anders om met zulke vraagstukken. Mensen en gebouwen die niet langer in een commercieel format passen, worden niet gedumpt, zoals in de VS, maar krijgen als dat even kan een ‘herbestemming’. Werknemers worden zo mogelijk omgeschoold, gebouwen krijgen een nieuwe functie. En daar zijn prachtige voorbeelden van.
Denk aan de omvangrijke Van Nelle-fabriek in Rotterdam, de even imposante oude Philips-fabrieken in Eindhoven of de Hallen in Amsterdam. Dat laatste project, 22.000 vierkante meter groot, ooit de tramremise van het hoofdstedelijke Gemeentelijk Vervoers Bedrijf, bestond uit verschillende rangeerplekken en werkplaatsen. Nu, geheel gerestaureerd en gerenoveerd, vind je er een bibliotheek, bioscoop, horeca, kunstuitleen, theater en een reeks studio’s. Een speciaal opgerichte ontwikkelingsmaatschappij werd verantwoordelijk voor het project tijdens de ombouw, maar ook voor het latere beheer en de exploitatie.
Lege gebouwen
Het item herbestemming is momenteel uiterst actueel. Zo wil het Rijk gemeenten, provincies en bedrijven inschakelen bij het zoeken van nieuwe bestemmingen voor leegkomende gebouwen van de overheid. Tot het jaar 2020 heeft het Rijk 30 procent minder kantoorruimte (2,8 miljoen vierkante meter) nodig. Maar ook gevangenissen, rechtbanken en kazernes worden door bezuinigingen overbodig. Niet zelden mooie panden op goede locaties. Wat doe je er mee zonder de markt te verstoren?
En kan alles met herbestemming? In principe wel, als er maar genoeg exploitatiekansen zijn en mensen die het aandurven aan een project te beginnen. In de Belgische kuststad Oostende werd een voormalig warenhuis een wonderlijk museum, ook een gigantisch postkantoor kreeg zo’n museale bestemming. Even gemakkelijk bouw je een beursgebouw juist om tot warenhuis. Het Canadese concern Hudson’s Bay, dat in het door V&D achtergelaten gat springt, zoekt nog uitzonderlijke plekken. En in Leeuwarden komt juist de Beurs leeg, nu de centrale bibliotheek eind volgend jaar naar de Blokhuispoort verhuist.
VVD en D66 in Leeuwarden hebben al eens laten weten wel wat te zien in een commerciële invulling voor dit gebouw en noemden de Albert Heijn in de Groningse Korenbeurs om de gedachten te bepalen. Niet meteen een aansprekend voorbeeld met allure, maar verder dan Groningen reikt de blik hier doorgaans nu eenmaal niet. Een Galeria Inno in de Beurs zou er beslist opmerkelijker uitzien. Zeker anders dan in de helft van het toch tamelijk doorsnee V&D-pand. Misschien hebben de Canadezen wel zin in de Beurs, daar zou de gemeente Leeuwarden ze best eens op mogen wijzen. Voor zakenmensen uit Noord-Amerika is de Beurs immers lang niet zo groot en onmogelijk als die op velen van ons overkomt. De Mediamarkt op winkelplein De Centrale is groter.
Allure
Dan kunnen we ze meteen wijzen op alle geslaagde andere herbestemmingen uit een recent verleden. Theater Romein, dat vroeger een kerk was, net als het kersverse Koepeltheater, het oude Leeuwarder hoofdpostkantoor, dat als Post Plaza een hotel restaurant van grootstedelijke allure werd, of Hartelust, een oud pakhuis, dat nu urbane studio’s bevat. Ook mooi: de vroegere stedelijke scholengemeenschap in de Grote Kerkstraat is inmiddels al vele jaren interieurwinkel Binnenwerk, waar de oude school nog doorheen schemert.
In de kleine Waag op de Nieuwestad zit horeca en de ‘onmogelijke’ Blokhuispoort verandert stapsgewijs in een eigenwijs multifunctioneel complex met bibliotheek, horeca en mogelijk ook woonmogelijkheden. Zoals een iets kleinere gevangenis in Hoorn, die echter wel grote overeenkomsten vertoont met de Blokhuispoort. Dat gebouw bevat ook een hotel, een museum en een bioscoop.
Het grootschalige oude PEB-kantoor aan de Emmakade, grenzend aan het Koepeltheater van dezelfde eigenaar, de Sneker belegger Tjalling Rollema, bevat eveneens een groot aantal kleine bedrijven, die door zich hier te kunnen huisvesten een fraaie representatieve plek hebben gekregen. En ook hier vordert de renovatie stapsgewijs en wordt voorzichtig omgegaan met het ‘elektrieke verleden’ van het Provinciaal Electriciteits Bedrijf, dat enigszins zichtbaar blijft.
Oude sfeer
Leeuwarden is geen uitzondering. Het voormalige psychiatrisch ziekenhuis Groot Lankum in Franeker is nu een welstandig wooncentrum onder de naam Kening State. Van grauwe patiëntenkamertjes is geen sprake meer, je vindt er nu tientallen royale woonzorgappartementen. Dat hier de oude sfeer juist zo veel mogelijk is verwijderd, valt te begrijpen. Alleen de buitenkant van het complex is nog in oude staat. Binnen heeft de Loenatikse schraalheid van destijds plaatsgemaakt voor luxe en moderne techniek.
Scholen werden in het hele land en ook in Friesland appartementen en studio’s, oude melkfabrieken kregen nieuwe gebruikers. In Garyp werd De Eendracht een woonzorgcentrum, in Heerenveen delen galerie Het Melklokaal en de plaatselijke kringloopwinkel de oude zuivelfabriek Jagtlust. Hoezeer die functies ook verschillen, ze bijten elkaar niet, het gebouw is groot genoeg. Juist dat wat merkwaardig aandoende samengebruik geeft wel aan wat er met doordachte herbestemming te bereiken valt.
Toch zal er in de toekomst, net als in het verleden, ook nog genoeg gesloopt worden. Dat hoeft niet treurig te stemmen. Als alles bewaard zou blijven, zouden we niet meer opkijken van de laatste oude havenkranen en vuurtorens (hotelkamers in Harlingen), de laatste watertorens (appartementen in Leeuwarden, kantoor in Sneek), de laatste grote kerken (boekwinkels in Maastricht en Zwolle) en kloosters (galerie en vergaderplek in Drachten). En heel soms behoudt een gebouw ook gewoon wél zijn oude functie. Zo hoeven we niet bang te zijn dat het uit 1917 stammende Woudagemaal in Lemmer spoedig een hotel gaat worden met hippe koffieplek. Daar hebben we nog wel een oude garage voor. Of een voormalige drukkerij.
Laatst gewijzigd op 29-05-2016 om 19:39 uur