Friese Matteuspassy: ’In tranen boven de boerenkool’
‘Grau fan drôvens kleit de dage.’ Dit is de openingszin van de Fryske Matteuspassy, die op zaterdagavond 30 maart 2019 in de Sint Martinuskerk in Sneek en op zondagmiddag 31 maart in Koepeltheater in Leeuwarden wordt uitgevoerd. Dirigent en artistiek leider Gerben van der Veen vertelt over zijn blijvende liefde.
Door Marita de JongDe eerste Matthäus Passion drong bij Gerben van der Veen binnen, toen hij een jaar of acht was. Opgegroeid in een muzikaal gezin was het traditie om ieder jaar naar de uitvoering in Bolsward en later Heerenveen te gaan. Zijn ouders zongen in het koor Eendracht in Abbega en leerden elkaar daar eind jaren dertig kennen. In 1942 werd in datzelfde Abbega, met minimale middelen – het was midden in de oorlog – een uitvoering gegeven van Bachs Matthäus Passion. Die maakte een onuitwisbare indruk en dook telkens weer op in familieverhalen.
Het monumentale meesterwerk van Johann Sebastian Bach loopt daarom als een rode draad door het leven van artistiek leider en dirigent van Collegium Vocale Fryslân, Gerben van der Veen uit Haskerdijken. In 2018 is de Matteuspassy, een Friese vertaling die Eppie Dam maakte, van de hertaling van zanger, componist en tekstdichter Jan Rot, uitgevoerd in achtereenvolgens Strücklingen, Leer (Ostfriesland) en Heerenveen. Dit jaar krijgt dat succes een vervolg.
Bestuur van Collegium Vocale Fryslân (CVF) en artistiek leider Gerben van der Veen meenden in LF2018 een prachtige gelegenheid te zien om dit werk opnieuw uit te voeren. Passend bij de thematiek van LF2018 is ook een internationale component gevonden door twee concerten in Duitsland te programmeren en wel in Strücklingen (gemeente Saterland) en in Leer. In deze omgeving wordt door een minderheid nog een taalvariant van het Fries gesproken: het zogenaamde Saterfries of Seeltersk.
Altijd muziek
,,Bij ons thuis werd altijd gemusiceerd. Mijn vader was de enige uit het gezin die naar de MULO mocht. Daarna deed hij Staatsexamen harmonium en slaagde glansrijk met alleen maar negens op zijn eindlijst. Wij hebben allemaal les van hem gehad. Ik heb, net als mijn broer Sjoerd, van de muziek mijn beroep gemaakt. Sjoerd is muziekdocent en koordirigent geworden, ikzelf ben afgestudeerd op orgel en koordirectie. De Matthäus betekende heel veel voor mijn ouders. Van die eerste keer toen ik als jochie naar een uitvoering ging, kan ik me niet herinneren dat ik het een lange zit vond. Ik weet wel dat ik gefascineerd was door mijn oom, de broer van mijn moeder, die ervoor stond als dirigent. Ik had maar één gedachte: dat wil ik ook. Het koor, de solisten, het maakte allemaal diepe indruk op mij.''
,,Het was nooit een punt van discussie. Ieder jaar ging het hele gezin naar de Matthäus in Bolsward. Toen ik een jaar of elf was, kon ik een keer niet mee in de auto omdat er te weinig plaats was. Wij woonden toen in Sneek. Dan maar op de fiets. Daar werden geen woorden aan vuil gemaakt, zo logisch was het dat ik ernaartoe ging. Nooit heb ik het als een verplichting gevoeld. Eenmaal weer thuis werd er over nagepraat. Hoe de solisten hadden gezongen en welk koraal nu eigenlijk het mooist was. Mijn moeder kende trouwens alle koralen uit haar hoofd. Voor ons, de kinderen, was dat de normaalste zaak van de wereld. Daarom is de Matthäus voor ons ook nooit een ontoegankelijk muziekstuk geweest.''
Eenzame hoogte
,,In mijn opleiding als koordirigent kruiste de Matthäus, als vast onderdeel van het programma, natuurlijk opnieuw mijn pad. Het stuk bevindt zich voor mij nog altijd op eenzame hoogte. De meeste composities bevatten van de drie elementen: gelaagdheid, architectuur en emotie maar een of twee componenten. In de Matthäus worden alle drie de componenten in optima forma verenigd, alles klopt. Als je het stuk voor de eerste keer beluistert is het al prachtig, maar als je je er meer in gaat verdiepen dan kom je in een complete micro-wereld terecht. Het is een wonder hoe Bach dat klaargespeeld heeft.''
,,Voor een dirigent roept het stuk telkens weer andere vragen op. Je raakt er nooit op uitgestudeerd. Waarom heeft Bach dit gedaan? Waarom heeft hij daar voor gekozen? In welk licht moet ik dit zien? Wat bedoelt Bach hier mee? Soms krijg je een antwoord, vaak ook niet. Het blijft een eeuwige zoektocht. Altijd zijn er weer nieuwe aspecten die mij opvallen, dingen die ik nog niet eerder had opgemerkt. En dat nadat ik het stuk al zoveel keren onder ogen heb gehad. Een heel enkele keer denk ik: zo heeft Bach het bedoeld. Dat is dan mijn eigen geheimpje met Bach.''
Reuring
,,In 2009 heb ik de Fryske Matteuspassy, die nu na tien jaar weer op het programma staat, al een keer uitgevoerd. Ook deze keer begin ik helemaal opnieuw. Dat begint met nadenken over hoe ik het aan zal gaan pakken. Moet ik iets veranderen of juist niet? Dat is altijd een worsteling. In 2009 was het één grote ontdekkingstocht, een immens en machtig avontuur. En dan de reacties van het publiek. De uitvoering kwam behoorlijk diep binnen omdat de inhoud zo eigentijds is en woorden scherper zijn aangezet. Een koraal in directe, hedendaagse taal – fascinerend. Het Fries doet op geen enkele manier afbreuk aan de tekst, de taal werkt eerder versterkend omdat ze zo klankrijk is. Dat het Fries voor de meeste koorleden de moedertaal is, heeft een gunstige invloed op de expressie. Een ding heb ik me alvast voorgenomen: ik ga nog meer werken aan de klankkleur.''
,,De uitvoering heeft destijds nogal wat reuring veroorzaakt. Er waren collega’s die ons afbrandden, maar nu is het amper meer een thema. Ik moet eerlijk zeggen dat ik de Nederlandse tekst wat fletser vind, maar die taal staat verder van me af. Vertaler Eppie Dam heeft het zo prachtig gedaan, dat toen ik zijn tekst voor het eerst onder ogen kreeg en alleen maar doorlas, meteen ontroerd raakte. Mijn vrouw en ik waren aan het eten, ik weet het nog precies. Ik heb Eppie meteen gemaild om hem te vertellen dat ik zo onder de indruk was van zijn vertaling, dat ik in tranen boven de boerenkool zat.''
,,Hoe zal de Fryske Matteus in Ostfriesland worden ontvangen? Daar ben ik heel benieuwd naar. Toen ik de laatste keer in Strücklingen was, verbaasde het mij dat ik een groot deel van het Seeltersk, de lokale variant van het Fries dat daar gesproken wordt, redelijk goed kon volgen. Hoe groot zou de belangstelling voor de Matthäus daar in het algemeen zijn? Zo absurd hoog als in Nederland, dat kan haast niet. In Duitsland is het Weinachtsoratorium wat de Matthäus voor ons is.''
Blijvende liefde
,,Zoals gezegd, ik ga bij het repeteren de nadruk leggen op de klank, meer nog dan de vorige keer, om het Fries eigene te accentueren. Woorden als mei en wei worden in het Fries ook wel uitgesproken als mai en wai. Bij twijfel kan ik een beroep doen op Eppie. Hij geeft feedback en is ook bij de repetities. Wat de uitvoering in ieder geval duidelijk maakt, is dat het Fries een prachtige taal is, die zich goed leent voor een stuk als de Matthäus. De critici vonden destijds dat je niet aan de Matthäus mag komen; in de stijl van Bach krijgt ieder woord immers noten die de betekenis van dat woord verbeelden. Het klopt dat dat aspect soms anders wordt ingevuld, gewoon omdat de tekst verandert. Bach moet je Bach laten, dat vind ik ook, maar ik ben van mening dat het hier bijzonder goed kan. Eppie is virtuoos en integer omgesprongen met de tekst zodat het overgote deel recht overeind blijft en zelfs hier en daar nog beter past.''
,,Bach is voor mij de allergrootste componist en zal dat ook wel blijven. Ik weet nog dat ik als jonge jongen door het dolle heen was dat ik een stukje van Bach kon spelen. Ik was helemaal euforisch, wilde het wel duizend keer spelen, eindeloos, zonder ophouden. Ik vond de muziek zo mooi dat ik er geen genoeg van kon krijgen. En dat is nog steeds zo. Bach is een blijvende liefde.’’