Friese speldenprik tegen macht van Monsanto
In de ban van de moestuintjes? Daarachter schuilt de werkelijkheid van machtige zaadveredelaars. Het is met zaadjes een beetje als een strijd tegen de reus Goliath. Een Fries signaal.
Door Bert de JongHeerlijk zo’n eigen moestuintje. Elke dag zie je weer iets groeien of bloeien. En als je wat zaadjes oogst en bewaart, is er een volgend jaar opnieuw plezier. In het klein kan het, maar in het groot werkt het zo niet. Daar gelden wetten van de macht.
Een net begonnen Friese zadenbibliotheek is een wapen tegen machtige zaadveredelaars. Nou ja, een speldenprik. Maar het moet ergens beginnen, vinden Janet Pasveer en Tine Sietsma. ,,Wy diele siedsjes dy’t komme fan ús frije natoer.’’
Maar ach, de tuin van hun project Roeach in Joure is 850 vierkante meter groot. Een stipje, in vergelijking met de schaalgroottes waarmee elders op deze aardkloot akkers tot in het oneindige zijn volgeplant met gewassen. Het wordt echter eng als overal dezelfde aardappel moet worden verbouwd, of dezelfde maïs. En als enkele grote bedrijven daarover de macht in handen hebben. Dan is er zelfs een bedreiging van de biodiversiteit in de natuur.
Zaden van iedereen
Wat de natuur aan zaden geeft van bloemen en groenten is van iedereen, vinden Janet Pasveer en Tine Sietsma, de gedreven initiatiefnemers van de zadenbibliotheek in Joure. Dus delen zij gratis uit. Zodat de zaden in andermans tuinen opnieuw kunnen bloeien en zij weer nieuwe zaden krijgen om uit te delen.
Het is idealisme met een boodschap. Want dat zaden vrij zijn, dat is een misvatting in de ogen van grote zaadveredelaars als Monsanto, Bayer, Dupont, Dow en Syngenta. Die vinden dat zij de rechten hebben. En als het niet zo is, dan zou het zeker zo moeten zijn.
Biologische teelt
Tine Sietsma vindt dat te ver gaan. Met liefde weet ze nu bijvoorbeeld zaadjes uit te delen van rode boerenkool, een vergeten groente. Of van wortelpeterselie, pastinaak en aardperen. Samen met Janet Pasveer levert ze ook nog eens teeltadviezen om zo mensen te enthousiasmeren meer aan de slag te gaan met biologische teelt.
Hun zadenbibliotheek moet de schakel zijn voor veel startende tuiniers om hun eigen moes-, kruiden- of bloementuintje te maken, maar dan weer iets groter dan supermarktketen Albert Heijn weggeeft. Roeach is de tweede zadenbibliotheek van Nederland en beleeft het tweede seizoen. Er zijn dertig leden die zaad inbrengen.
Monnikenwerk
Friesland kent als geen andere provincie het enthousiasme wanneer er in het verleden zo na jaren monnikenwerk bijvoorbeeld een nieuw aardappelras kon worden gepresenteerd. Maar in mindere mate en vooral op regionale schaal gold het ook voor nieuwe bonenrassen of verbeterde bloemkolen.
Met nostalgische gevoelens wordt teruggedacht aan hoe landbouwers, tuinders en kleine kweekbedrijfjes een halve eeuw geleden nog met jobsgeduld nieuwe rassen kweekten. Meestal was het niets, een enkele keer was het raak.
De introductie van biotechnologie en daarna genetische manipulatie zette de boel op zijn kop. Het maakte mogelijk dat rasverbeteringen veel sneller konden worden doorgevoerd. Het was puur vernuft en zeer kostbaar en zodoende van een heel andere orde dan het kweekwerk van de op kleine schaal werkende tuinders en akkerbouwers.
Dominantie
In korte tijd is de dominantie van enkele zaadveredelaars sinds 1980 heel erg groot geworden. Monsanto, Dupont en Syngenta hebben wereldwijd ruim de helft van de commerciële zadenmarkt in handen. Als het gaat om groentezaden dan zit maar liefst 95 procent bij de vijf grote jongens.
Met een machtige lobby en een ragfijne opzet breiden deze agrogiganten hun invloed uit. Het fijne is dat ze met al hun kennis en expertise in staat zijn om rassen te kweken die niet vatbaar zijn voor gevreesde plantenziekten. Maar dat is niet het maatschappelijk belang wat deze concerns nastreven. Zij denken in financiële rendementen.
Dus hebben ze er belang bij dat wordt gekozen voor de eigen rassen die passen in de industriële landbouw. Hun argument: met biologische landbouw heb je geen duurzame oplossing voor voldoende voedsel voor de hele wereldbevolking. De grote concerns hebben een antwoord met rassen die ziekteresistent zijn. Monsanto heeft ook al zaairassen ontwikkeld die zijn voorbereid in combinatie met het onkruidverdelgingsmiddel Roundup, ook een product van Monsanto. Zo maakt het bedrijf zelf de cirkel rond.
Op ragfijne wijze claimen de grote zaadveredelaars daaropvolgend het eigendomsrecht op gewassen. Voorbeeld: Syngenta kreeg in 2013 een patent op rode paprika die resistent is tegen witte vlieg. Niemand anders mag met deze rode paprika aan de slag. Het leidde tot een storm van protest, want een paprika uit de natuur, ook al is deze gemodificeerd, kan nooit een uitvinding van een zaadveredelaar zijn.
Europese zadenwet
Industriële zaden worden meer en meer de norm. Ook de regelgeving in de Europese Unie speelt de grote spelers in de kaart. Lang hebben zij gehoopt op nieuwe Europese wetgeving, waarmee de deur alleen nog op een kier staat voor de kleine veredelaars.
Het kwam er niet van. Eigenwijs wees het Europese Parlement de zadenwetgeving in het voorjaar van 2014 met grote meerderheid naar de prullenbak. Het wetsvoorstel was te ingewikkeld en onwerkbaar geworden. Bovendien had de druk vanuit milieu- en maatschappelijke organisaties zijn werk gedaan. En er was ook bij europarlementariërs de overtuiging dat er diversiteit in zaden nodig is voor een duurzame landbouw.
Feit is dat de biodiversiteit in de afgelopen decennia al schrikbarend is teruggelopen. Het maakt kwetsbaar. Stel dat in Friesland een en dezelfde aardappel wordt geteeld. Op het moment dat er een onbekende virusziekte uitbreekt, wordt het hele daarvoor gevoelige aardappelareaal bedreigd. De Ierse hongersnood met 1 miljoen doden tussen 1845 en 1850 door de uitbraak van de aardappelvirusziekte phytophthora bewijst het risico.
Ondertussen groeit langs andere weg de invloed van de grote zaadveredelaars. Op de agenda van de Europese Commissie staat nog wel degelijk een aangepaste zadenwet. Meer regels, ook al zijn er allerlei uitzonderingen voor lokale producten als Opperdoezer Ronde en Friese woudbonen, zijn voor de grote zaadveredelaars voordeel. Zij hebben de kracht om in deze regelberg overeind te blijven.
Handelsverdrag
Grote internationale concerns zitten niet stil om wereldwijd hun belangen veilig te stellen. Het in de maak zijnde internationale handelsverdrag (TTIP genaamd) tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten is in dat kader misschien nog wel interessanter. Want als de zaadveredelaars de Amerikaanse privileges met bijvoorbeeld genetische manipulatie en rechten zo ook naar Europese landen kunnen krijgen, zijn er grote stappen te maken.
De Nederlandse overheid stelt dat zo’n handelsverdrag veel voordelen kan opleveren. Deze, zo wordt verzekerd, mogen niet ten koste gaan van mens, dier, plant en milieu. De Europese wetten en regels voor biotechnologie moeten van kracht blijven en daarvoor moeten ook garanties komen. Toch lijkt het erop dat zo’n nieuw handelsverdrag mogelijkheden biedt om juist de Europese regels voor genetisch gemanipuleerde gewassen te omzeilen.
Macht in VS
Het is een schrikbeeld, hoeveel macht Monsanto heeft in de Verenigde Staten. Het concern fungeert als monopolist. Een akkerbouwer heeft amper mogelijkheden om ‘vrij’ zaaigoed te benutten. Ook hier gaat het langs de weg van extra regels. Met de Monsanto-zaadwetten in de verschillende Amerikaanse staten is het voor boeren moeilijk om zelf zaad te winnen. De tijd van een voorraad zaad voor het volgende jaar is voorbij.
Zadenkast
Wat een geluk dat het in het klein anders kan en anders mag, vinden Janet Pasveer en Tine Sietsma. Zij tonen hun zadenkast vol met potjes met zaden die kosteloos worden uitgeleend. Ondertussen maken ze wel een lange neus naar de grote zaadveredelaars. Waar deze een vrije ruil in zaden ‘belemmeren’ , ziet het Jouster tweetal het mogen ruilen van zaden als een grondrecht van alle mensen.
,,It giet hjir om it belang fan de biodiversiteit’’, zegt Sietsma. ,,Der ferdwynt hieltyd mear, wylst de ierde no krekt in grutter tal planten, grientes en krûden nedich hat.’’
Laatst gewijzigd op 17-03-2016 om 15:34 uur