Waarom lage spaarrente toch verleidt
We sparen zoveel. Banken gunnen graag een grijpstuiver als rente. Maar waarom?
Door Bert de JongSparen voelt als een deugd. Wat er ook aan economisch leed gebeurt de laatste jaren, er blijft heel stabiel een miljardenschat op de Nederlandse spaarrekeningen. Ondanks aanmoedigingen van banken om schulden af te lossen, wordt er nog steeds veel gespaard. Zelfs nu in de afgelopen jaren de spaarrentes flink zijn gedaald.
Spaarders hadden begin 2015 maar liefst €330 miljard veilig bij banken gestald. Het is voor velen een buffer, bedoeld om een reis te ondernemen of een dure aankoop te kunnen doen. Het is voor anderen een pot geld om in mindere jaren financieel overeind te kunnen blijven of een appeltje voor de dorst te hebben.
Het geeft veel mensen een prettig gevoel dat ze geld achter de hand hebben. Liever dat zelfs, dan de spaarcenten benutten om leningen af te lossen. hetgeen vaak profijtelijker is. Geld lenen kost immers geld. Het financieel gedrag van consumenten is soms nietmrationeel, blijkt ook uit onderzoek van het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud).
Aan het Amsterdamse Frederiksplein zien de schatkistbewaarders van De Nederlandsche Bank dat er jaarlijks veel wordt ingelegd, maar ook veel wordt opgenomen. Het zijn grote getallen, in 2014 is er €167 miljard op een spaarrekening gestort en eenzelfde bedrag is ook weer van de bank gehaald. Dit is anders geweest, het Nederlandse spaarsaldo groeit dus niet meer.
Per huishouden is er gemiddeld €44.000 als spaarreserve. Maar liefst 85 procent is vrij opneembaar. Spaarders willen er per direct over kunnen beschikken, ze laten zich niet binden door afspraken over langere looptijden, zo blijkt uit gegevens van De Nederlandsche Bank.
Sparen werd vooral in de nieuwe eeuw populair. In de eerste jaren na de 21ste eeuw had een huishouden gemiddeld €30.000 aan spaartegoeden. Het gemiddeld spaartegoed van een huishouden ligt inmiddels een derde hoger ten opzichte van het te besteden budget. Opvallend, het spaartegoed is flink gestegen, maar het gemiddeld besteedbaar inkomen van een huishouden is al die tijd nagenoeg gelijk gebleven.
Uit de cijferbrij van De Nederlandsche Bank blijkt dat in de jaren rond de eeuwwisseling het spaarsaldo snel is gegroeid tot boven de €130 miljard. In die tijd werd er veel meer ingelegd dan opgenomen, het totaal aan spaargeld in snel tempo bijna kon verdrievoudigen. De laatste jaren is er een omslag, de groei is eruit, of in sommige perioden zelfs een daling.
Mede op advies van banken en politici benutten Nederlanders hun spaarcenten om schulden af te lossen of houden ze grotere buffers aan, of er nu rente wordt vergoed of niet. Banken betaalden tot op heden steeds meer dan 1 procent rente aan spaarders. Deze bodem is nu ook weggeslagen, het zijn geen procenten meer, het zijn tienden van procenten. Toch liggen de spaarrentes in Nederland nog hoog.
Nederlanders zijn bofkonten
Dit oogt vreemd. Maar in vergelijking met de spaarrentes in de landen om ons heen, zijn de Nederlandse spaarders wel degelijk bofkonten. Dit komt vooral doordat Nederlandse huishoudens ook veel hypotheekschuld hebben, het dubbele van de totale spaarsom. Banken kunnen de spaarcenten nog lucratief uitlenen. Dit bankieren bezorgt ze de winst.
Nederlandse banken lenen zelfs veel meer uit dan ze via spaargeld binnenkrijgen. Hierin is Nederland afwijkend ten opzichte van bijvoorbeeld Duitsland en België. Wat ze daar met de ene hand aan spaargeld binnenkrijgen, lenen ze met de andere hand uit. Nederlandse banken zijn veel royaler. Tegenover elke gespaarde euro staat dat er bijna twee euro’s worden uitgeleend.
Nederlandse banken zijn hierdoor afhankelijker van de kapitaalmarkt om de schulden te financieren. Om deze reden hadden ze bereidheid om wat extra rente te betalen voor de spaarcenten. Dat de rentes nu door de bodem zakken, heeft alles te maken met het besluit van de Europese Centrale Bank om de geldsluizen open te zetten. Er is door de banken bij wijze van spreken gratis geld te halen.
Spaarrentes blijven laag
De prikkel voor spaarzin is hiermee weg. Voorlopig zullen de spaarrentes laag blijven en het zal zelfs een hele poos duren voordat dit anders wordt. Pas als de kapitaalmarktrentes omhoog gaan, zal dit moment aanbreken. Dit lijkt echter ver weg, want de Europese Centrale Bank probeert uit alle macht met geldinjecties en lage rentetarieven de economische motor te herstarten.
En de spaarders? Zij koesteren hun buffers. Anders dan in het verleden hebben Nederlandse huishoudens hun spaargeld niet voor de lange termijn weggezet. Het maakt ze niet uit dat er minder dan 1 procent vergoed wordt, ze willen in onzekere tijden snel kunnen beschikken over hun appeltje voor de dorst.