De Friese arbeidsmarkt ontspoort
Zo er Friese banen zijn, dan zijn er niet de goede mensen. In de komende tien, twintig jaar raakt de verhouding tussen opleidingsniveau en eisen in vacatures zoek.
Door De RedactieDe Friese werkgelegenheid drijft op de kurk van zorg en welzijn, zakelijke diensten, industrie en detailhandel. Ruim 60 procent van de 245.000 Friese banen zitten in deze vier sectoren. Maar daar vallen ook de klappen. De verbetering van de economie is amper terug te zien in een afname van de werkloosheid.
Bovendien kampt Friesland met een lagere economische groei dan het landelijk gemiddelde. De verwachtingen voor verbeteringen op de Friese arbeidsmarkt zijn dan ook niet zo hoog gespannen. Sinds de zomer van 2015 stagneert de daling in de werkloosheid.
Friesland kent nu een werkloosheidspercentage van bijna 7 procent. Daarmee hoort de provincie tot de landelijke top vier. Er zijn zo’n 17.500 Friezen met een werkloosheidsuitkering. Maar zorgelijker is dat er sprake is van een ruime arbeidsmarkt.
Mismatch
Los van de verschuivingen door flexiblisering van arbeid, vergrijzing van de beroepsbevolking en automatisering en robotisering van werk, is er een veel grotere ontwrichting aanstaande: de mismatch op de arbeidsmarkt door verschillende oorzaken.
De vergrijzing is er eentje. Zo’n 29 procent van de Friese beroepsbevolking is 50 jaar of ouder en 20 procent is jonger dan 27 jaar. Openbaar bestuur en onderwijs zijn de meest vergrijsde sectoren. De horeca zorgt voor enig evenwicht. Daar is 59 procent van de werknemers onder de 27 jaar.
Er zullen de komende jaren meer vacatures komen, is de verwachting. Volgens de arbeidsmarktprognose van UWV zijn het in Friesland vooral vacatures met een laag beroepsniveau in zorg en welzijn, logistiek, detailhandel en horeca.
Maar hier is nog iets anders. Bij veel vacatures is het niet omdat de economie op stoom raakt en daardoor de werkgelegenheid groeit. De vacatures zijn vooral te vinden in die sectoren die krimpen, waar door herstructurering en baanwisselingen kansen voor anderen ontstaan. Zorg en welzijn is er een mooi voorbeeld van. Eraan vooraf gaat dat andere werknemers buiten de boot zijn gevallen.
Hoog opleidingsniveau
Een groter probleem dient zich in de nabije toekomst aan. Dan wordt een grote verschuiving naar banen met een hoog opleidingsniveau verwacht. Er worden werknemers met andere kennis en vaardigheden gevraagd. Sommige technolgische veranderingen voltrekken zich snel. Vooral in de innovatieve sectoren ontstaat daardoor een mismatch tussen vraag en aanbod.
Automatisering en robotisering maakt veel beroepen nu al overbodig. De fabriek zonder mensen is binnen enkele jaren werkelijkheid. In het nieuwe pakhuis van de in aanbouw zijnde zuivelfabriek van Hypocra Ausnutria in Heerenveen komt al geen enkele arbeider aan het werk. Robots doen het.
Veel banen verdwijnen
De komende tien tot twintig jaar zullen mogelijk twee tot drie miljoen banen verdwijnen in Nederland. Het gaat om boekhouders, administratief medewerkers, verkopers, logistiek en verzorgend personeel. Friesland wordt hierdoor extra getroffen, want deze provincie kent in deze beroepen veel werkgelegenheid.
Bij het UWV in Friesland is grote zorg over deze verschuivingen. Er is reden toe, want meer dan 40 procent van alle vacatures is nu op laag beroepsniveau, 34 procent op middelbaar en 23 procent op hoog beroepsniveau. De helft van de bij UWV ingeschreven werkzoekenden daarentegen zit in 2015 onder het niveau van middelbaar beroepsonderwijs.
De verdringing op de arbeidsmarkt zal sterker worden. Werkgevers zullen uit het aanbod vaker kiezen voor iemand met een hoge opleiding. En andersom zal in een ruime arbeidsmarkt iemand met een hogere beroepsopleiding eerder genoegen nemen met een lager gekwalificeerde functie. Het zijn de laagopgeleide mensen die het in de toekomst lastig krijgen een plekje op de arbeidsmarkt te verwerven.
Laatst gewijzigd op 23-11-2015 om 22:14 uur