Fryslân is geen museum. Toch?
De krimp slaat diepe wonden op het Friese platteland. Is ontvolken mettertijd een oplossing? De politici zijn aan zet.
Door Bert de JongDe ruimtelijke kwaliteit is het goud van Fryslân. Maar hoe erop te passen, daarover zijn politici het niet snel eens. De burgers zijn aan zet, is het devies. De overheid helpt slechts. Eigenlijk is het een wanhopige zoektocht naar positieve en negatieve waarden van de ruimte om ons heen.
Het bepalen van de verre horizon voor nieuw ruimtelijk beleid, dat is lastig. Politici laten zich graag leiden door de waan van de dag. Zij roeren zich in verkiezingstijd, maar hun vergezicht is meestal beperkt door de zittingstermijn van vier jaar. Zij springen wijselijk niet verder dan hun polsstok lang is. Verkiezingsbeloftes zijn vooral gevoed door wat hun achterban nu wil.
,,Maar we staan voor een levensgrote opgave’’, zegt burgemeester Marga Waanders van Dongeradiel en voorzitter van ARK, de stichting tot bevordering van ruimtelijke kwaliteit. ,,We moeten ons nu druk maken over zaken die morgen aan de orde komen. Er is krimp, er is leegstand, er is verkrotting. Hoe gaan we om met ons erfgoed? Wat kunnen we anders met gesloten kerken, lege boerderijen en verwaarloosde bedrijfspanden?’’
De ernst is groot, vindt Waanders. ,,Er is geen belegger die boven Leeuwarden nog wat wil doen.’’ Het is te gemakkelijk om dit bij het provinciebestuur te leggen, waarschuwen de gedeputeerden Hans Konst (PvdA) en Johannes Kramer (FNP). Het komt aan op wat burgers aan initiatieven laten zien. De provincie kan faciliteren en stimuleren. ,,Mar it is net sa dat de provinsje wol mei in sek mei jild klearstiet.’’
,,We zitten niet meer in een tijdperk van verandering, maar we hebben te maken met verandering van het tijdperk’’, probeert Waanders. De groeimodellen zijn uitgewerkt, zo luidt de vaststelling. ,,Het is nu de vraag hoe we de omslag maken van meer naar beter. De koopkracht daalt en dat blijft zo.’’
Op tafel liggen de vragen voor morgen. Daarbij gaat het om oplossingen voor veel grotere vraagstukken dan het wel of niet accepteren van windmolens op het Friese platteland. Er bestaat zelfs zorg over de onmacht om antwoorden voor de toekomst te vinden.
,,Us lânskip is ús hin mei de gouden aaien. It is oan ús om goed te passen op rêst, romte en tsjuster’’, antwoordt Johannes Kramer, de voorman van de FNP. ,,Mei noch mear megastâlen, mear megamûnen en megadiken op it plattelân komt it net klear.’’
Architecten en planologen durven wel venijniger pijlen af te schieten als het gaat om ruimtelijke kwaliteit. Wat gaan we doen met het vraagstuk urbanisatie? Wat met duurzaam ontbouwen? Ze moedigen de beleidsmakers aan om gedurfde keuzes te maken. Pas dan kan het zijn dat er is gekozen voor ruimtelijke kwaliteit waar de samenleving over honderd jaar heel erg blij mee is.
Over wat kwaliteit is, daarover gaan vakmensen geen uitspraak doen. ,,Maar als heel veel mensen het ervaren als kwaliteit, dan is het ook zo’’, weet Ap Timmermans, jarenlang de hoogste man bij welstandscommissie Hûs en Hiem. De provincie voegt zich te gemakkelijk in een voorzichtige en sturende rol, is het verwijt. Zo krijg je geen bijzondere ruimtelijke kwaliteit. ,,Waar is de rol als toezichthouder?'', vraagt Timmermans zich af. ,,Wanneer grijpt de provincie bij gemeenten nou eens in?''
Keuzes maken voor de toekomst, daar komt het op aan. Daar hoort ook sloop bij. Of zelfs ontvolking in bepaalde krimpgebieden in Fryslân, je zou erover op zijn minst over na kunnen denken. In Groningen doen ze het ook, gedwongen door de thema’s bevolkingskrimp en aardbevingsproblematiek door gaswinning.
,,Ontvolken in Fryslân, daar ga ik niet aan meewerken’’, is de ferme reactie van gedeputeerde Hans Konst, verantwoordelijk voor ruimtelijke ordening. Bevolkingskrimp is een groot vraagstuk, hij erkent het als eerste. Met een goede te ontwikkelen visie van de overheid zijn het de Friezen zelf die er een antwoord op zullen geven, is de overtuiging van Konst.
Dan is sloop wellicht het antwoord. Dit kan rigoureus zijn, maar misschien nodig om een betere kwaliteit te bereiken. Wat immers te doen met leegstaande boerderijen als er geen andere functie voor verzonnen wordt? Politici schuiven deze hete aardappel het liefst weg. Niettemin, ze zijn het eens dat het een vraagstuk voor de komende jaren wordt.
,,Durf iets af te breken’’, moedigt Statenlid Mark de Roo van D66 aan. ,,De verrommeling op het platteland moeten we tegengaan.’’ Het is hem een doorn in het oog dat er zo weinig wordt gedaan met het zoeken naar nieuwe bestemmingen voor leegstaande kantoor- en bedrijfspanden. Hij heeft wel een antwoord: stop met de plannen voor nieuwbouw.
Denk in alternatieven, is het devies van het CDA. Steek geld in zonne-energie, in grootschalige zonneweiden. Geef boeren de ruimte om hierin te experimenteren, oppert CDA-fractievoorzitter Johan Tjalsma. Oh ja, er zijn beperkingen. Niet in natuurgebieden met een beschermde status. En voorts: het moet passen bij schaal en karakter van het landschap.
We maken rotzooi en de rekening is voor volgende generaties
Maak maar harde keuzes met duurzaamheid, oppert de SP in Fryslân. In plaats van veel geld te steken in nieuwe en vooral dure wegenprojecten, is het beter om flink te investeren in energiebesparing. Neem als doel om al in 2025 100 procent duurzaam te zijn, in plaats van 2050. ,,We maken rotzooi en de rekening presenteren we aan volgende generaties.’’
De VVD vindt dat de oplossing kan worden gevonden door minder regels toe te passen. Zulks moedigt initiatieven van de burgers aan en daarmee worden veel problemen opgelost. Minder regels, of in ambtelijke taal: deregulering. Ook dat acht gedeputeerde Konst niet de goede weg. ,,Dereguleren als doel op zich, dat moet je niet willen.’’ Het is ook niet nodig zegt hij, want burgers mogen al heel veel, als het er maar goed uitziet. Het is de provincie Fryslân die heldere uitgangspunten neerlegt. ,,Wy binne net bang om te stimulearjen en om romte te jaan.’’
Bemoeienis van de provincie gaat soms wel degelijk ver, weet burgemeester Waanders. In haar dorp Raard heeft het meer dan twee jaar geduurd om twee woningen gebouwd te krijgen. De door het provinciebestuur gevraagde papieren rompslomp was vermoeiend groot. ,,Dan schiet het zijn doel voorbij. Het is voor burgers niet te begrijpen.’’
,,Is der wol genôch draachflak foar romtlik belied?, vraagt FNP-statenlid Rein van der Wal zich af. Hij weet het antwoord al. ,,De minsken binne net gek.’’ De ruimtelijke kwaliteit is het goud van Fryslân, er is geen politicus die over de juistheid daarvan gaat twisten. Ze roepen op om visie te tonen en de burgers te betrekken, van onderop. Gedeputeerde Konst wil mogelijkheden om flexibel te kunnen zijn in het ruimtelijk beleid. Om te kunnen meegaan in ontwikkelingen, ook als het gaat om bijvoorbeeld het bouwen van windmolens. ,,Fryslân is gjin museum.''