Friese scholieren rekenen goed tot geweldig
Wat betreft de rekentoets 2015 steekt het christelijk gymnasium Beijers Naudé in Leeuwarden er met kop en schouders bovenuit: landelijk de beste. Maar ook de meeste van de andere negentien Friese scholen voor voortgezet onderwijs kunnen tevreden zijn over de rekenscores van 2015 voor eindexamenkandidaten.
Door De RedactieEerst maar de absolute winnaar. De protestantse school in de Leeuwarder Gymnasiumstraat bevestigt haar goede naam met de toppositie in de jongste rekentoets, waar het gaat om het aantal leerlingen dat een voldoende haalde. Met 98,9 procent voert Beijers Naudé op dit punt fier de totale lijst van 537 scholen aan. Landelijk haalde op alle scholen gemiddeld 67 procent van kandidaten voor het eindexamen een voldoende. Ook met het gemiddelde cijfer voor de toets zit het prima. De Leeuwarder school scoorde een 7,8, tegen een landelijk gemiddelde van 6,3. En belandde hiermee nog net maar wel prachtig in de landelijke top-tien.
De negentien Friese scholen scoorden samen bovengemiddeld. Waar zoals genoemd landelijk 66,8 procent op alle scholen een voldoende haalde, eindigt deze provincie met 68,3 procent. En tegen het landelijke cijfer voor de toets van 6,27 eindigen de Friese scholen op een gemiddelde van 6,34. Een klein maar positief verschil. Meer nog zegt het dat landelijk maar 46 procent van de scholen boven het gemiddelde aantal voldoendes bleef, tegen in deze provincie 58 procent. Hetzelfde geldt voor de gemiddelde cijfers op de toets. Landelijk bleef 44 procent boven het gemiddelde, in Friesland opnieuw 58 procent.
Ook al zijn de onderlinge verschillen tussen de scores van de negentien scholen voor voortgezet onderwijs hier dan kleiner dan elders, ze bestaan natuurlijk wel. Na Beijers Naudé eindigen drie scholen heel goed. SGM Gaasterland in Balk noteerde 89,8 procent voldoendes, bij een gemiddeld cijfer voor de toets van 7,35. Burgemeester Walda SGM in Nes op Ameland kreeg 80,5 procent voldoendes met een gemiddeld cijfer van 6,95. En Christelijke School De Saad in Damwâld hengelde 80,0 procent voldoendes binnen, met een gemiddelde toetsscore van 6,58.
Hoogste scores voor kleine scholen
Opmerkelijk is dat de vier best geëindigden steeds scholen zijn met maar één vestiging. Voor Beijers Naudé verklaart dit de hoge uitslag: de school kent immers alleen het gymnasium. De nummers vijf tot en met zeven zijn evenwel brede scholen met elk drie of vier vestigingen: het Bogerman in Sneek, Liudger in Drachten en Sevenwolden in Heerenveen. De heel nette scores op de rekentoets van deze scholengemeenschappen zijn dus des te knapper. Na deze zeven koplopers volgen er tien in de middenmoot, met vijf scholengemeenschappen redelijk tot krap boven het Friese gemiddelde en vijf er net of wat meer onder.
Twee scholen sluiten de rij. Op de één-na-onderste plaats eindigde het Nordwin College in Leeuwarden. Hier haalde 54 procent van de eindexamenkandidaten een voldoende, met een gemiddeld toetscijfer van 5,8 – in rapportcijfers nog precies een voldoende. De hekkensluiter is het Vakcollege Sevenwolden in Heerenveen. Slechts 42,5 procent van de kandidaten scoorde een voldoende, bij een gemiddeld toetscijfer van 5,3. Tot troost strekt dat dit de school is die praktisch ingestelde jongens en meiden opleidt, in de eigen werving 'scholieren met gouden handen'. Rekenen wordt dan wat minder belangrijk. En het kan altijd beroerder: de landelijke verliezer met slechts 23 procent voldoendes op de toetsen is een school in Spijkenisse. Daar zijn ze wel héél erg handig.
Pakt de vergelijking van het Friese rekenwerk met de landelijke uitslagen hier gunstig uit, in noordelijk verband scoren de Friezen gemiddeld een procentje of wat boven de Groningers. Waarbij de oosterburen minder uitschieters naar zowel boven als onderen kennen. De beste bleek het Praedinius Gymnasium in de stad Groningen, met 94 procent voldoendes en een gemiddelde toetsscore van 7,7. De laagste op de Groninger lijst is scholengemeenschap Noorderpoort in Stadskanaal, waar toch nog meer dan de helft (52 procent) een voldoende binnenhaalde met een gemiddeld toetscijfer van 5,7.
Toets nog steeds omstreden
De sinds 2014 bestaande rekentoets in het voortgezet onderwijs kreeg na invoering een storm aan kritiek uit onderwijskringen. Dat was voor staatssecretaris Sander Dekker al een paar maal reden om de test aan te pakken. Wie de toets niet haalt, zou sowieso zakken voor het eindexamen. Nog maar kort geleden stemde het parlement in met een wijziging: die strenge eis geldt alleen nog in het vwo. Bij de andere onderwijssoorten zouden veel te veel kandidaten een 5 (de grens voor een onvoldoende) of lager halen, en dus zakken. Zij zouden hiermee de dupe worden van slecht rekenonderwijs.
Ook zijn er aangepaste versies van de toets ontwikkeld voor kinderen die moeilijk rekenen. Daarbij mogen de scholieren drie keer herkansen. Maar Dekker eiste hierbij wel dat de toets ieder jaar een beetje moeilijker wordt. De leerlingen mogen dan dus minder fouten maken om toch een voldoende te halen. Dit lijkt in de praktijk te werken: de scores van 2015 liggen, vergeleken met 2014, over bijna de hele breedte hoger. Vooral in het vmbo, zowel de leerrichtingen basis als kader, steeg het aantal voldoendes van 40 procent tot ruim 60 procent. Ook de havo-kandidaten kwamen beduidend beter uit de bus.
Laatst gewijzigd op 30-01-2016 om 09:02 uur