Molens moeten mensen grijpen
De Olifant doet mee. En Victor ook. De Modderige Bol is eveneens van de partij. Het zijn molens in Friesland, ze draaien op Nationale Molendag.
Door Bert de JongHet is vanzelfsprekend dat ze er zijn. Dat ze het silhouet van het platteland bepalen en af en toe met hun machtige wieken aan het werk zijn. Maar dit beeld kost veel inspanningen, dus zo logisch is het helemaal niet.
Een bataljon vrijwilligers houdt de molens in stand. Ze plegen onderhoud en ze houden ze draaiend. Het is dankzij deze mensen dat ieder jaar Nationale Molendag zo’n honderdduizend bezoekers trekt naar 950 deelnemende molens.
Het is een verwendag vandaag. Het is volop vertier bij molens. Er wordt meel gemalen, soms zelfs pannenkoeken gebakken. Er is koffie en thee en limonade, aan niets van het moderne leven zal het ontbreken.
Maar zo was het vroeger helemaal niet. Een molenaar had het lang niet altijd gemakkelijk. Bij weer en wind had hij de taak de molen draaiend te houden. Om hout te zagen, meel te malen of water te pompen. En vooral daar diep in de polders, op lands eind, daar was het lang niet altijd leuk in de eenzaamheid.
Het zijn die ‘vergeten' verhalen die het waard zijn om aan al die honderdduizend bezoekers te vertellen. In de Brijpot, vlakbij Vegelinsoord, hebben ze er aan gedacht. Daar wordt in het molenaarshuis verhaald over de strijd tegen het water en welke rol de Vegelinsmolen had om in de polder droge voeten te houden.
Nog 130 molens in Fryslân
Anderhalve eeuw geleden stonden in Fryslân maar liefst 2400 molens. Nu zijn het nog 130 werkende molens die er over zijn. Het is de Stichting Fryske Mole die zich de grootste molenbezitter in de provincie mag noemen. Bij de stichting zijn 42 molens ondergebracht.
Het is geen courant bezit, om het in makelaarstermen te benoemen. De meeste molens van De Fryske Mole staan diep in de polders. Die enthousiaste vrijwilligers getroosten zich alle tijd en moeite om ze te koesteren, maar er is weinig meelevend publiek.
Het gekke is, er is niemand die de Skalsumer Mole in Skalsum, de Pankoekster Mole in Wytmarsum, De Modderige Bol in Goengahuizen of De Himert in Burchwert wil missen. Er zou zo maar een volksopstand kunnen ontstaan als er een molen zou sneuvelen. ,,In elts fynt it moai’’, stelt voorzitter Bé de Winter van de Stichting De Fryske Mole vast.
Burgers tonen weinig betrokkenheid bij het molenbezit. ,,It is te gewoan’’, vervolgt De Winter. Het maakt een groot verschil of een molen prominent midden in een dorp staat, of afgelegen in een polder. ,,Dêr’t er echt ûnderdiel is fan in doarp of mienskip, dêr wurdt er ek droegen troch de minsken.’'
Tekenend is het aantal donateurs voor De Fryske Mole. Het zijn er maar 150. Met een minimale bijdrage van €20 steunen ze de inspanningen van de stichting voor 42 verschillende molens in Fryslân. Hoe het anders kan, bewijst het molencomplex De Zwaluw in Burdaard, middenin het dorp. Een groot deel van de bevolking leeft mee met de molen en steunt. De Zwaluw alleen heeft evenveel donateurs als De Fryske Mole.
De Zwaluw geeft het dorp Burdaard eigenlijk energie. Het zorgt voor dorpsleven en verbondenheid. Mogelijk dat De Zwaluw onderdeel wordt van De Fryske Mole. De gemeente Ferwerderadiel zoekt een alternatief. Het zou voor De Fryske Mole een welkome aanvulling zijn. ,,Dan ha wy ek in mole middenyn in doarp’’, constateert voorzitter De Winter.
Draaien voor de prins
Molens moeten draaien, want anders gaan ze in snel tempo achteruit. En dan is de strijd voor behoud vergeefs geweest. Zo is poldermolen De Hersteller in Sint Johannesga na de voltooide restauratie in 1981 weer een werkende molen geworden, althans de nieuwgeplaatste wieken draaiden weer. Maar de molen verstouwt geen water, hij draait voor de prins.
Molenaar Johannes Kooistra is een liefhebber. Dus draait zijn molen De Hersteller volop. Soms wel tot twaalf uur ’s nachts. Kooistra is molenaar, molenbouwer en hij woont in zijn molen. Het zijn de mensen die met hart en ziel passen op dit cultuurgoed. Er zijn honderd donateurs voor De Hersteller die dit waarderen.
Bij De Fryske Mole proberen ze geldstromen te bundelen om dit te kunnen inzetten voor de 42 molens die tot het bezit horen. Dit jaar zijn er drie molens die zijn opgeknapt. De Beabuurster molen in Tsjerkwert is er een van. Per molen gaat het om een bedrag van zo’n €150.000, legt technisch coördinator Gerard van Dijk uit. ,,Se binne flink ûnder hannen naam.''
Het is vooral geld van het ministerie van cultuur waarmee de stichting het moet rooien. Tot 2018 is de jaarlijkse subsidie veiliggesteld. Voor een periode van zes jaar mag De Fryske Mole rekenen op een bedrag van €50.000 per molen, met elkaar €2,1 miljoen. De extra’s komen uit andere fondsen of zijn mogelijk door de steun van de provincie Fryslân en van gemeenten.
Molens aan het werk
,,In mole dêr moat je each foar hawwe’’, zegt De Winter. Het is zaak dat ze draaien, want juist dan worden ze gezien. Er zijn voldoende gediplomeerde molenaars om de monumenten in werking te zetten. Zeker twintig molens kunnen zelfs aan de slag om Wetterskip Fryslân te helpen het waterpeil in de polders omlaag te brengen op het moment dat het te nat wordt. De molenaars vinden het een erezaak en het bespaart het waterschap kosten.
Juist zo komen de oude molens weer tot leven. Onmiddellijk wordt het belang en de functie van molens onderstreept, ook als ze ver weg in de polders staan. ,,It is de belutsenheid, dêr draait it om.’'
Laatst gewijzigd op 08-05-2015 om 22:42 uur