Wil de ware leider bij SC Heerenveen vertrekken?
Opnieuw rommelt het bestuurlijk bij SC Heerenveen. Zelfs de marionetten weten zich niet rustig te houden. Tijd om niet de vraag te stellen of de ware leider wil opstaan, maar juist of hij het veld wil ruimen.
Door Wio JoustraHet blad Voetbal International van begin september 2015 zou verplichte kost moeten zijn voor iedere Feanfan. Niet omdat de stoere kop van oud-speler Klaas-Jan Huntelaar de cover siert en ook niet omdat de sterfdag van Abe Lenstra (dertig jaar geleden) wordt herdacht met een prachtige zwart-wit foto van zijn opvallende zwarte kuif. Alhoewel, zeker een mooi collector’s item.
Nee, SC Heerenveen staat weer eens in de belangstelling om de verkeerde redenen. Clubwatcher Marco Timmer schrijft: ,,En weer is het onrustig bij SC Heerenveen. Na de stammenstrijd van twee jaar geleden staan de kampen tegenover elkaar in het Abe Lenstra Stadion. De angst is terug op de werkvloer en de mensen vragen zich af wie de club nu eigenlijk bestuurt.”
Om die laatste vraag draait Timmer als een kat in het aangezicht van een kom hete brij heen, net zoals de meeste sportjournalisten die Heerenveen volgen. Iedereen is toch kennelijk een beetje bang om er voor uit te komen dat maar één man de club ‘eigenlijk’ bestuurt en dat is Riemer van der Velde.
Lintje
Klinkt paradoxaal, maar dat is al zo sinds hij ‘officieel’ afscheid nam als voorzitter van de club. Hij kreeg de titel van erevoorzitter en er waren twee kaartjes op de hoofdtribune voor het leven voor hem en zijn Annie. Ook kreeg Riemer een lintje, weliswaar tegen heug en meug want majesteit voelde er in eerste instantie niet zo veel voor. Toen ze de suggestie deed Annie het lintje dan maar toe te kennen, moest een delegatie Friese pommeranten er aan te pas komen om de koningin – toen nog – ervan te overtuigen dat dat toch echt niet kon.
Het was allemaal niet genoeg. Boter aan de galg. De schaduw van de man die de club ontegenzeggelijk groot heeft gemaakt hangt sindsdien boven het stadion, dat naar het clubicoon met de grote kuif is genoemd. Koos Formsma werd er het eerste slachtoffer van, Robert Veenstra het tweede.
Bestuurlijk wangedrocht
Daarna kwam een bestuurlijk wangedrocht uit de hoge hoed van twee Riemer-adepten, Jos Vaessen en Lense Koopmans. Hun rapport, hilarische leesstof als de materie niet zo ernstig zou zijn, leidde tot wat Timmer in zijn stuk terecht een marionettenkabinet noemt onder de enigszins misleidende titel one-tier board. Zelden in de historie van het betaalde voetbal in Nederland zal een stel onervarener en incapabeler bestuurders naast elkaar zijn gezet. Niet erg, als ze maar naar Riemer van der Velde en zijn makker Foppe de Haan luisterden, dan was er niets aan de hand. En voor de zekerheid kwam er ook nog een stichtingsbestuur bij van tien man. (De omvang van het bestuur kon zich meten met de selectie van het eerste elftal).
Timmer daarover: ,,Nadat erevoorzitter Van der Velde na de Feanrevolutie via het geregisseerde rapport van zijn vrienden Vaessen en Koopmans de hele club bestuurlijk had schoongeveegd, zette hij zijn eigen administratie neer. Zo was maximale invloed zonder bestuurlijke verantwoordelijkheid gegarandeerd.” In zijn artikel haalt hij ook nog even Gaston Sporre aan, onder wiens interim-leiding de rust bij de club in eerste instantie terugkeerde. Sporre noemde het bestuurlijke wangedrocht een tegendraadse oplossing omdat alom in organisatieland een trend waarneembaar is naar compacte bestuursvormen met korte lijnen. Sporre, die zijn handen al ras van SC Heerenveen aftrok: ,,De hectiek waarmee de club omgeven is rechtvaardigt geenszins grootschalige organisatorische constructen waarin de verantwoordelijkheden en bevoegdheden heel snel in een collectieve brij terecht kunnen komen.”
Ondoorzichtig
Een groot circus optuigen, dat was precies de bedoeling. Want hoe ondoorzichtiger de bestuurlijke structuur, hoe meer Van der Velde en De Haan de lijn konden bepalen. Aan de hunkering naar het roemrijke verleden kunnen beide heren maar geen weerstand bieden. Zo’n bedachte structuur houdt nooit lang stand wanneer er onder de bestuurders enkelen zijn met voldoende ego om voor zichzelf op te komen. En dat schijnt er nu achter de schermen aan de hand te zijn.
Daarna zal de voorzitter van het stichtingsbestuur, Anne Hettinga – een grote man die volgens Timmer in de wandelgangen van het Abe Lenstra Stadion ‘Kleine Riemer’ wordt genoemd, uit de doeken doen wat er moet gebeuren om de zaken financieel en bestuurlijk weer op de rit te krijgen. Sportief is er nog weinig aan de hand, alhoewel het er alle schijn van heeft dat Handelshuis Heerenveen de sprong naar de stabiele subtop heeft gemist.
De sponsors keren niet terug na het echec rond de vorige bestuurscrisis en het vertrek van Veenstra. En structureel is er een tekort op de begroting dat elk seizoen slechts kan worden weggewerkt door de verkoop van meerdere spelers. De vraag is natuurlijk hoe lang dat nog goed kan gaan, ook al verdient de scouting van de club vooralsnog alle lof.
Ware leider
Boven het artikel in VI staat de kop: ‘Eén SC Heerenveen blijft een illusie: Wil de ware leider opstaan?” Die kop is misleidend. De ware leider, dat weet iedereen, is nog altijd de man die predikt dat je niet van jezelf in de war moet raken. De man die vond dat Marco van Basten de verkeerde trainer was voor zijn club en voormalig technisch directeur Johan Hansma letterlijk in diens kantoor opsloot onder de toevoeging: ,,Je komt er pas weer uit als je Van Basten hebt ontslagen.” De man, die het adagium verdeel-en-heers tot kunst heeft verheven. De man die de club groot heeft gemaakt, maar voor wie de club een ware obsessie is geworden. De man dus, die van zichzelf langzamerhand aardig in de war is geraakt.
De kop boven het artikel had dus moeten luiden: ‘Wil de ware leider vertrekken'. Zodat Riemer van der Velde, samen met zijn one-tier board en stichtingsbestuur van vazallen plaats kunnen maken voor een sterk en compact bestuur dat uit hooguit drie man hoeft te bestaan. Een algemeen voorzitter, een technische en een financiële man. Na twee jaar blijkt wel dat zo’n 17-koppig circus om de verkeerder redenen in het leven is geroepen, namelijk als een rookgordijn, en absoluut niet past bij een club als Heerenveen.
In de wandelgangen worden natuurlijk namen genoemd. Hettinga hoort daar zelf bij, maar dan zou hij de leiding van Arriva uit handen moeten geven en zouden de namen van Riemer en Annie wellicht van een van zijn treinen verdwijnen. De gebroeders Anker naderen hun advocatenpensioen en hebben de illusie nog niet opgegeven ‘hun’ club naar grotere hoogten te stuwen.
Een verrassende naam in het circuit is die van Joop Atsma, CDA ‘er en voormalig staatssecretaris. Zijn enige handicap lijkt te zijn dat hij meer van het wielrennen is dan van het voetballen. Maar de man uit Surhuisterveen, met een nationaal en internationaal netwerk waar je U tegen zegt, heeft in zijn professionele bestaan al vaker aangetoond dat hij een snelle leerling is.
Laatst gewijzigd op 02-09-2015 om 20:34 uur