Politiek heeft supporters nodig, geen vijanden
Burgers raken vervreemd van de politiek. Uitholling van de democratie, is het gevaar. Dus is het volgens Douwe Jan Elzinga niet alleen ‘leve de democratie’- want daarvan zijn weinig tegenstanders -, maar ook ‘leve de politiek’ – en dat moet steeds opnieuw bevochten worden. Vooral in Europa.
Door Wio JoustraLa politique est morte. Vive la politique.
De bekendste hoogleraar staatsrecht van Nederland, Douwe Jan Elzinga, heeft maandagmiddag 28 september afscheid genomen van zijn academisch bestaan met een lofzang op de politiek. De architect van het dualisme in de gemeentepolitiek waarschuwde, alvorens hij met emeritaat gaat, dat als de politiek structureel onder vuur komt te liggen, ook de democratie wordt bedreigd.
Douwe Elzinga (Leek, 1950), telg uit het huwelijk van een Friese vader en een Groningse moeder, vindt dat het Europese voorbeeld aantoont dat zijn opvattingen actueler zijn dan ooit tevoren. Volgens hem leidt het stelsel van de Europese Unie tot een vergaande vorm van ‘politicide’ en dat herbergt het gevaar van vervreemding van de Europese burgers van een verenigd Europa.
Onvrede
Politicide betekent de figuurlijke moord op de politiek door het beperken van politieke keuzemogelijkheden. ,,De snel groeiende onvrede over het functioneren van de Europese Unie bij grote groepen Europese burgers heeft onder meer te maken met de zeer diffuse vormen van besluitvorming die zich steeds verder lijken te verwijderen van de meer gebruikelijke vormen van politiek bedrijven”, aldus Elzinga in zijn afscheidsrede als hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Elzinga haalde onder meer de theorieën van Max Weber en Hannah Arendt aan, om aan te tonen hoe groot de gevaren zijn van de afbraak en beperking van het politieke domein. Weber waarschuwde voor de institutionele zwakheden van de Weimarrepubliek, die in 1933 leidden tot de opkomst van het nazisme onder Adolf Hitler. Arendt pleitte voor een open en onbepaalde politieke toekomst. Maar die kon in haar ogen alleen gedijen indien er een reeks neutrale en soms rigide instituties, spelregels, constitutionele normen functioneert, die dat autonome speelveld van de politiek omgeven en van waarborgen voorzien.
Wankele ordening
Elzinga: ,,In de Europese Unie is sprake van een wezensvreemde, tegenstrijdige, niet goed gewortelde en daardoor wankele constitutionele ordening. De politieke beleidsruimte in de lidstaten van de Unie is geen schim meer van de vroegere. Er zijn zware afhankelijkheden van ‘Brussel’. Daarbij is recentelijk de monetaire dimensie gaan domineren en de invloed daarop van de kiezer via de nationale lijn is zeer beperkt. De afnemende politieke ruimte in de lidstaten wordt niet gecompenseerd door een volwaardige politieke arena op het Europese vlak. Het draagvlak van de Europese Unie dreigt daardoor uiterst wankel te worden.”
Daarom acht Elzinga een grondige democratisering en politisering van de EU dringend noodzakelijk. Daarvan kan alleen sprake zijn in het geval van een goede, evenwichtige en samenhangende afbakening van het politieke domein. Maar dat is eerder gezegd dan gedaan. Want politiek is volgens hem een ‘glibberig en rubberachtig fenomeen met een duidelijke Januskop’. ,,Bepaalde vormen van politiek kunnen de democratie om zeep helpen, zie de machtsgreep van Hitler die door de opzet van de Weimarrepubliek de facto werd gefaciliteerd. Andere vormen van politiek zijn een levensvoorwaarde voor een goed functionerend democratisch systeem.”
Kaf en koren
Het kaf moet volgens Elzinga van het koren worden gescheiden. Hij heeft daar onderzoek naar gedaan en geconcludeerd dat het ei van Columbus niet bestaat. ,,Een wezenskenmerk van politiek is dat het vaak kruipt naar plaatsen waar het eigenlijk niet kan gaan. Politiek is per definitie omstreden. Het juiste politieke standpunt spiegelt altijd met het standpunt van de politieke tegenstander. De status van politici is tweeslachtig: ze vormen de bloem der natie en zijn als eersten verantwoordelijk voor de vormgeving van de democratie, maar er is geen beroepsgroep waar zo veel op wordt afgegeven als politici. Ze zijn lang niet altijd de vrienden van de democratie. Als het doel de middelen gaat heiligen, worden diep gewortelde spelregels en waarden van de democratie zo maar opzij gezet. Het is vooral vanwege die dubbelhartige dimensies dat het fenomeen ‘politiek’ altijd onder vuur ligt en existentieel wordt bedreigd.”
Elzinga vindt het vanuit de democratie bezien dan ook van belang om de politiek in bescherming te nemen. Dat betekent dat de politiek – ondanks alle ambivalente en tegenstrijdige dimensies – supporters nodig heeft. ,,Democratie zonder politiek is niet denkbaar. De politiek moet in actieve zin meters maken, het vuile handwerk doen en aan de open ruimte invulling geven. Staatsrechtelijke instituties en rechtstatelijke waarden faciliteren de levende activiteit van politici en bestuurders. De politiek is het meest levende en zichtbare deel van de democratie.”
Een goed doordachte en adequaat functionerende constitutionele ordening van het politieke proces is cruciaal, maar volgens Elzinga is deze ordening secundair, want ze faciliteert een primair en hoger doel. ,,En dat is de mogelijkheid voor burgers, politici en bestuurders om in een waarlijk democratisch verband vrije politiek te bedrijven. Het is uiteindelijk toch de politiek die in de vorm van constitutionele regels de grenzen van het eigen handelen vast stelt. Voor de democratie levert dat soms grote risico’s op, maar wie die risico’s wil vermijden, die treft daardoor niet alleen de politiek in het hart, maar ook de democratie.”
Laatst gewijzigd op 28-09-2015 om 17:00 uur