Veel motoren, amper dieven en een ontveld voorhoofd
Motorrijden blijft groeien in populariteit. In Friesland in het bijzonder. Een van de hoogtepunten is de Motorelfstedentocht. Terug in de tijd met de Friesche Motorclub.
Door De RedactieFriesland is de provincie met de op een na hoogste motordichtheid. Hier staan 30.367 motoren rijklaar; dat zijn 47 motoren op iedere 1000 inwoners. Alleen in Drenthe is de motordichtheid groter met 53 stuks per 1000 inwoners. Na Friesland volgen Zeeland, Overijssel en Groningen. Zuid-Holland heeft relatief de minste motoren.
De opmars van de motor gaat door. In 1990 telde Friesland 6033 exemplaren en sindsdien is dat aantal meer dan vervijfvoudigd. De Motorelfstedentocht op Tweede Pinksterdag is de jaarlijkse aanmoediging. Voorzien van papieren stempelkaart en digitaal routeplan volbrengen 3600 motorrijders de tocht.
De tocht is het jaarlijks hoogtepunt voor de Friesche Motorclub die is opgericht op 30 juli 1914, in het Oranje Bierhuis in Leeuwarden, met een flinke borrel erbij. Ondanks de oorlog en de brandstofschaarste kwamen er toerritten. De start van de ritten was altijd bij de Klanderij, het hotel aan het Zuiderplein. Na afloop volgde een diner.
Na een pauze tijdens de Tweede Wereldoorlog kreeg de Friesche Motorclub in 1947 vergunning voor een nieuwe Elfstedentocht. Daar deden driehonderd mensen aan mee. In 1954 werd de grens van duizend deelnemers geslecht. Waar er tegenwoordig 3600 motoren in de elfstedentocht meerijden, liep Friesland vroeger al uit voor een paar handen vol. Zoals honderd jaar geleden.
Hondenweer
Het was hondenweer in 1916. Dertig motoren en driewielige auto’s zetten met Pinksteren koers voor een ronde door Friesland. In Veenwouden zaten er door de harde regen gaten in de weg. De plaatselijke notaris stond er langs de kant voor te waarschuwen. Hij maakte zich populair.
Er vielen twee gewonden. Deelnemer S. Kooistra uit Leeuwarden slipte en botste tussen Irnsum en Reduzum tegen een boom. Hij raakte gewond door glasscherven.
Ontvelling
Op dezelfde plek raakte de lichte motor van J. van den Berg ,,den Haagsche sportredacteur van de N.R.C’’ van de weg. De trapper knapte af. ,,Vele kilometers heeft onze collega nog met één trapper afgelegd, doch ten slotte heeft hij ’t opgegeven’’, aldus het verslag.
Het meeste leed overkwam de echtgenote van deelnemer B. de Wilde uit Leeuwarden. Op de terugweg van IJlst naar Sneek begaf de rem het van diens motor met zijspan.
,,Zijne echtgenoote werd op den berm van den weg geslingerd en kreeg de motor over zich heen. Een pijnlijke arm en een beetje ontvelling aan ’t voorhoofd waren de gevolgen van een en ander.’’
Gebroken ribben
Vijf jaar later, in 1921, trof het noodlot deelnemer Baron Van der Feltz. Tussen Beets en Aldeboarn kwam de baron met zijn motorstuur in aanraking met een tegenligger die niet voldoende uitweek.
De baron botste tegen een boom. Geneeskundige hulp kwam snel, van dokter P. Sluijter uit Joure, zelf een van de deelnemers. Sluijter zou het later tot voorzitter schoppen van de Friesche Motorclub.
,,Hij staakte voor een oogenblik den tocht en bracht den getroffene, die twee ribben heeft gebroken, met zijn wagen naar Akkrum, vanwaar deze naar zijn woonplaats werd vervoerd’’.
In 1924 was het opnieuw raak bij Reduzum. De Groninger H. Siemelink moest op de Overijsselsestraatweg uitwijken voor twee fietsende meisjes en botste met zijn Excelsior tegen een boom. ,,De motorrijder werd ernstig aan het hoofd gewond en bleef bewusteloos liggen.’’ Siemelink overleefde.
Amper dieven
De motoren zelf zijn in Friesland veilig. De kans dat een motor hier wordt gestolen is miniem. Het afgelopen jaar raakten vijf eigenaren hun motor kwijt, meldt de Stichting Aanpak Voertuigcriminaliteit.
Het betrof twee rijders in de regio Zuidoost, twee in de regio Smallingerland en een in Littenseradiel. Kom er om in de Randstad: In Amsterdam, Rotterdam of Den Haag is de kans op diefstal van een motor het grootst.
Laatst gewijzigd op 16-05-2016 om 07:57 uur