Als bruggen niet open zijn, dan zijn ze wel dicht
Bruggen zijn de brillen van het landschap: soms heel fraai, maar welbeschouwd een noodzakelijk kwaad. Er zitten architectonische hoogstandjes tussen. Eenmaal in werking, zijn ze echter zelden een bron van genoegen. Waterrijk Friesland kan er over meepraten.
Door André KeikesTuinarchitect Lucas Roodbaard – die van de Prinsentuin in Leeuwarden, de Engelse Tuin in Harlingen, Vijversburg in Tytsjerk en Oranjestein in Oranjewoud – was dol op bruggetjes. Krakerige, houten oeververbindinkjes, die feitelijk geen nut hadden. Roodbaard was een bruggenbouwer, aangezien hij graag romantische slingerpaadjes aanlegde om zo de illusie van ruimtelijkheid te bereiken. Met waterloopjes hetzelfde verhaal. En waar zijn paadjes en watertjes elkaar kruisten, kwam dus zo’n bruggetje.
Bruggen zijn niet alleen handige overspanningen van kanalen, grachten en sloten, ze raken ook de romantische ziel. Bij spreekwoordelijke bruggen heb je het over begrip voor elkaar en bereikbaarheid van de ander. Dat gaat er altijd lekker in. Er zijn waarschijnlijk mede daardoor grote groepen liefhebbers die bruggen verzamelen. In boekvorm en als foto. Ze bezoeken graag plaatsen waar architectonisch imposante oeververbindingen te vinden zijn. Denk in dit verband maar eens aan de, ook internationaal opgemerkte, Slauerhoffbrug (2000) over de Harlingervaart in Leeuwarden. Het is een wonderlijke ‘staartbrug’, die in geopende stand meer dan 40 meter hoog is en razendsnel kan bewegen. Hij verdient een centralere plaats. Zo’n plek is wel weggelegd voor de ook fraaie Blokhuispoortbrug uit 2006 met zijn ranke blauwe boog en witte hefgewicht.
Gedoe
Maar er is ook een andere kant, die van het gedoe. Bruggen staan soms op de meest onwaarschijnlijke tijden langdurig open (dicht) voor een handjevol jachtjes, bevolkt door mensen die alle tijd hebben, maar met hun aanwezigheid wel problemen veroorzaken voor het verkeer op de weg, dat doorgaans meer verplichtingen heeft. Waterrijk Friesland heeft talloze bruggen en er wordt hier dus ook veel gewacht.
Volgens een recent onderzoek van de ANWB onder de eigen leden, zucht Nederland onder de knelpunten en andere irritatieplekken. Relatief rustig Friesland werd, weinig verrassend, niet veel genoemd. Slechts 3 procent van de klachten betrof onze provincie. Toch komen zes knelpunten voor in de landelijke top 100. Vier ervan betreffen bruggen, een heet een sluis (Afsluitdijk) te zijn, maar wij weten wel beter; het is natuurlijk de uiterst storingsgevoelige brug bij Kornwerderzand. De andere brugklachten betreffen het centrum van Leeuwarden, het centrum van Sneek, de A6 bij Scharsterbrug en de N359 bij Lemmer. De rotonde van Joure is het enige Friese knelpunt zonder water.
Dat de centra van Leeuwarden en Sneek worden genoemd is niet verwonderlijk. Beide steden voelen en noemen zich watersportstad en zijn elke zomer ontvangers van talloze vakantiegangers, die er nu eenmaal plezier in hebben met hun jachtjes te varen. Ook als walgebruikers druk in de weer zijn om hun brood te verdienen en zich dus geregeld per auto moeten verplaatsen.
Evenementen met (historische) schepen, maar ook Elfstedentochten met varende deelnemers – kanoërs even niet meegerekend – leggen nog meer druk op het wegverkeer, waar uiteraard ook toeristen tussen zitten. Even wachten en wat jachten zien passeren is niet zo’n probleem, maar als het te vaak gebeurt wordt het snel ergerniswekkend.
Beweegbaar
Het weer beweegbaar maken van de Prins Hendrikbrug in Leeuwarden, een wens van velen, mede omdat de betonklomp die er nu ligt ook nog eens heel lelijk is en bovendien door verkeersmaatregelen zijn functie heeft verloren, maakt de oostelijke vaarroute van de stad weer toegankelijk. Of het zo ver komt, is nog maar de vraag want het is een duur plan. Reken maar op een kleine €10 miljoen, aangezien er meer moet gebeuren dan het herstellen van de beweegbare brug. Er dienen reparaties plaats te vinden aan andere oostelijke oeververbindingen en er moet gebaggerd worden. Ook wordt er gedacht aan de realisatie van meer passantenaanlegplaatsen. In ieder geval gaat het beleid onmiskenbaar richting stimulering van waterrecreatie.
Je moet als steden en provincie natuurlijk gebruik maken van de mogelijkheden die je hebt en in onze contreien is waterrecreatie dan een voor de hand liggende en aantrekkelijke koers. De kans op een groeiend aantal noteringen in de beruchte knelpunten top 100 van de ANWB neemt daardoor echter wel toe.
Weg- en waterverkeer zitten elkaar gemakkelijk dwars. Ook de spoorwegen weten dat. Hoe vaak is de beruchte spoorbrug bij Akkrum niet oorzaak geweest van ernstig oponthoud voor treinreizigers van en naar Leeuwarden. In 2007 werd deze voor een kleine €20 miljoen vernieuwd en verhoogd om het scheepvaartverkeer te gerieven, maar sindsdien is er voortdurend sprake geweest van kleinere en grote storingen, omdat de nieuwe brug niet goed reageerde op allerlei aanpassingen. Open ging nog wel, dicht bleek vaak te veel gevraagd.
Kwetsbaar
Een uit kostenoverwegingen aanvankelijk niet gekozen nieuw hydraulisch systeem, werd in 2011 alsnog aangebracht, maar zelfs daarna was het heel vaak mis. Met de bus van Akkrum naar Leeuwarden en weer terug is de afgelopen jaren heel vaak het lot geweest van spoorklanten. Het kleine Deel-ophaalbruggetje, is nog zo’n kwetsbaar stukje in de spoorverbinding tussen Leeuwarden en Zwolle. Machinisten en hun treinen houden er ook altijd een beetje de adem in.
En om nog even op dezelfde lijn te blijven: ook de Van Harinxma-spoorbrug in Leeuwarden is een moeilijk geval. Over vervanging wordt nagedacht, omdat zowel het spoor- als het scheepvaartverkeer sterk lijkt te gaan toenemen. Een hogere brug kan een deel van de capaciteitsproblemen wegnemen, maar dan heb je wel een zak geld van €70 miljoen nodig, een bedrag waar de Prins Hendrikbrug-plannen bij in het niet vallen. De Van Harinxmabrug heeft dan ook een aanzienlijk grotere betekenis voor stad en provincie, maar het blijft veel geld.
Steeds hoger
Om zowel de waterrecreanten, de beroepsvaart als het wegverkeer van dienst te zijn, worden bruggen in Friesland de laatste decennia gestaag hoger. Denk aan de Fonejachtbrug van 9,5 meter hoog in de Wâldwei, die in 2008 de 2 meter lagere oude brug verving. Of, van een heel andere orde, de Sylsbrêge in Jirnsum, die tegenwoordig een veel ruimere doorvaart biedt en er ook nog eens beter uitziet dan zijn benauwde stenen voorganger. Ook de nieuwe, €13,5 miljoen kostende, brug in Dronryp wordt in 2019 hoger én breder.
Maar nog effectiever is het natuurlijk om de kruisingen weg te nemen, zoals in Leeuwarden, waar een aquaduct de oude Drachtsterbrug gaat vervangen. Wegverkeer dat over de Drachtsterweg de stad verlaat of binnenkomt, rijdt dan onder het Van Harinxmakanaal door. Het aquaduct, genoemd naar Maurits Escher, de wereldberoemde Leeuwarder graficus van onmogelijke constructies, is al vrijwel klaar maar de oplevering is de afgelopen jaren vele keren uitgesteld. Aanvankelijk werd gerekend op eind 2015, ondertussen wordt uitgegaan van najaar 2017. Een onmogelijke constructie misschien? Water- en wegverkeer blijven elkaar daar dus nog even dwarszitten.
Laatst gewijzigd op 27-11-2016 om 11:27 uur