Geert Duintjer-archief van 40 kuub naar Tresoar. Hoezo ontzamelen?
Kom maar op met die 40 kuub aan archieven. Ook al lijkt het soms rommel, toch is het waardevol. Directeur Bert Looper van het provinciaal archief Tresoar in Leeuwarden vindt dat ieder object ,,een eigen leven meeneemt''.
Door Marita de JongOntzamelen is al jaren het toverwoord om te komen tot een duidelijker profilering van musea en oudheidkamers. Objecten afstoten, strengere keuzes maken, niet alles meer accepteren wat wordt aangeboden, maar alleen voorwerpen die passen in het verhaal dat het museum wil vertellen. Het is inmiddels landelijk en provinciaal beleid geworden. Het nieuwe credo is: de bezem erdoor.
Bert Looper, directeur van Tresoar, zet er zo zijn vraagtekens bij. Hij begrijpt dat er door ruimtegebrek keuzes moeten worden gemaakt. De Leidraad voor het Afstoten van Museale Objecten (LAMO) wordt regelmatig geraadpleegd door de diverse musea wanneer de collectie scherp onder de loep wordt genomen. Looper haalt de woorden van Frank Ankersmit aan, emeritus hoogleraar geschiedfilosofie: elk object is een reiziger door de tijd. Het is even bij ons en reist dan weer verder. ,,Met andere woorden: ieder object neemt een eigen leven mee.’’
Floddermutsen
Duizend floddermutsen, zijn dat er te veel? Kunnen er 975 weg, zodat er 25 voor het nageslacht bewaard blijven? Die bewaarde exemplaren, krijgen volgens Looper zo ongemerkt een exclusieve status, terwijl die floddermutsen vroeger misschien wel gemeengoed waren. ,,Het object, in dit geval de floddermuts wordt geïsoleerd, uit de context gehaald. Ik heb een voorliefde voor het hele verhaal. Ook de wereld erachter en er om heen zijn daarbij onontbeerlijk.’’
,,Een archeoloog hanteert een heel andere aanpak. Die meet precies op waar het voorwerp is gevonden, hoe het is aangetroffen en wat er om heen ligt. De context vertelt namelijk ook van alles. Dat vind ik een interessant gegeven en daar is soms te weinig aandacht voor. Je kunt ook te rigoureus zijn in keuzes met als gevolg dat veel relevante kennis verloren gaat.’’
40 kuub archief
Tresoar in Leeuwarden kreeg recent het complete archief van kunstenaar Geert Duintjer, die in de jaren zestig neerstreek in Fryslân. Hij overleed in 2014 en zijn weduwe Maari, die in Antwerpen woont, heeft de 40 kuub archief overgedragen aan Tresoar. De kunst van Duintjer was vaak moeilijk toegankelijk. Toch was Geert, zo staat op de website over hem te lezen, een bijzonder kunstenaar: eigenzinnig, scherpzinnig, liefdevol, begaafd met een uiterst gevoelige intuïtie.
Tresoar is nu in bezit van zijn complete archief. Looper kiest deze keer voor een onorthodoxe aanpak. Hij wil dit archief als een casus gebruiken, zodat het kan dienen als uitgangspunt voor een symposium of discussieavond over ontzamelen. Met eraan gekoppeld een bescheiden expositie, en wie weet een boek. Looper wil geen selectie vooraf. Hij wil niet alleen de high-lights eruit halen, zoals dat zo vaak gebeurt. Nee niets van dat al.
Geëngageerde kunstenaar
,,Laat die 40 kuub maar komen. Duintjer was kunstenaar, zodat het archief vanuit kunsthistorisch perspectief heel waardevol is. Dat is naar mijn idee, niet de enige insteek. Zijn archief kan ook veel vertellen over het tijdsgewricht waarin hij leefde. Duintjer was geëngageerd, maakte performance-kunst en installaties. Naast kunstwerken en dagboeken bevat het archief ook brieven, die vaak prachtig versierd zijn. Dat zijn kleine kunstwerkjes op zich.’’
In galerie Hoogenbosch in Gorredijk is tot en met 8 oktober een expositie te zien van een aantal tekeningen die Duintjer meestuurde met zijn brieven aan uitgever Willem Winters, met wie hij jarenlang correspondeerde. In het boek Ich bin ein Kaninchen van Winters staat die briefwisseling met de beeldend kunstenaar, dichter en jazzmusicus centraal. Duintjers fascinatie voor konijnen neemt een prominente plaats in het boek in. Het komt naar voren in zijn brieven, tekeningen en collages.
Friese identiteit
Bij Looper staat, ingegeven door de komst van het archief van Duintjer, het onderwerp van het ontzamelen hoog op zijn agenda. ,,We moeten met elkaar gaan nadenken over de manier waarop die ontzameling gestalte moet krijgen. Daar met elkaar het gesprek over aan gaan. Ik vind het een heel belangrijk onderwerp. Kunst in de openbare ruimte hoort daar, wat mij betreft, bij. Ook daar houdt Tresoar zich al langere tijd mee bezig. Niemand voelt zich daar verantwoordelijk voor. We moeten nadenken over de betekenis er van. Natuurlijk kunnen we niet alles bewaren, maar wat gaan we er dan mee doen?
En dan komt ook deze keer de Friese identiteit weer om de hoek kijken. ,,Valt Duintjer onder de Friese kunstenaars omdat hij hier gewoond en gewerkt heeft? Dat is weer een discussie op zich, waar geen eenduidig antwoord op mogelijk is, maar we moeten het er wel over hebben.’’ Waarschijnlijk is één avond niet genoeg om al deze onderwerpen te bespreken. Vast staat wel dat Tresoar er zeker op terugkomt.