Siberische wonders zijn goed voor Fries schaatsvermaak
IJzig koud eind februari 2018. De koorts loopt onmiddellijk op. Want als het in februari streng vriest, dan wordt er snel gedacht aan de Siberische wonders die in 1985 en 1986 Fryslân trakteerden op een Elfstedentocht.
Door De RedactieDe meteorologen van Weerplaza jubelen over te behalen kouderecords, nu opnieuw een Siberisch wonder ons land in zijn macht neemt. Dan kan het lokaal streng vriezen met minima van -12 graden. Voor het gevoel is het zelfs nog kouder door de schrale noordoostenwind. Dat is even wennen, want zo koud is het deze winter niet geweest.
Zelfs ijsdagen zijn er. Het is pas de eerste officiële ijsdag van de winter. Dan is het zo koud dat de thermometer ook overdag niet boven het vriespunt uitkomt. Dat levert voor de ijsbanen genoeg ijs om tot in maart vertier te kunnen bieden. De ijsclubs hebben toch nog enkele dagen om hun leden ijsvermaak te bieden. Zo is er een enigszins waardige afsluiting van een winter die deze titel amper mag dragen.
Zo dicht bij de lente en dan toch strenge vorst? Deze eeuw is het vaker gebeurd. Op 28 februari in zowel 2004 als 2005 was het raak. Maar die van 2018 is officieel de koudste ooit gemeten. In De Bilt werd het maximaal -4,6 graden. Daarmee is het record van -1,6 graden uit 1904 verpulverd. Zo laat in het winterhalfjaar was de maximumtemperatuur alleen op 6 maart 1942 nog lager! Toen werd het in De Bilt overdag maximaal -4,8 graden. 's Nachts kan het nog extremer zijn. Aansprekend is vooral 4 maart 2005, toen in Marknesse het kwik tot onder de -20 daalde. In Leeuwarden vroor het die nacht -16.
It kin heve
De eerste weidevogels waren al gezien om te genieten van de lente. De zon wint aan kracht, dus het voorjaar lonkt. Inderhaast hebben de ijsclubs echter hun banen in orde gemaakt, want ‘it kin heve’. Zelfs op vaarten en plassen kan in de laatste week van februari worden geschaatst. Niet zonder gevaar overigens, want menigeen haalt op het Nannewiid een nat pak.
De late vorst doet denken aan 1986, toen op woensdag 26 februari de veertiende Elfstedentocht werd verreden. Inderdaad, dankzij een Siberisch wonder. Een week eerder had het elfstedenbestuur na een lange vorstperiode alsnog de hoop verloren. “Alleen bij een Siberisch wonder komt er nog een Elfstedentocht’’, profeteerde secretaris Gustaaf Witsen Elias van de vereniging De Friesche Elf Steden op 19 februari.
Weerman Hans de Jong mat daarna in zijn Friese provincie ’s nachts minima van -10 tot -15. Hij noemde het een krachtige winter. Tegelijk leverde het hogedrukgebied overdag prachtig zonnig weer met temperaturen rond het vriespunt. En zo zal de dag van de Elfstedentocht ook zijn. Of zoals De Jong het verwoordde: de tocht wordt verreden bij ‘hebbelijk’ weer, gunstig voor zowel de cracks als de hakkenkrukken.
Tochten
Maar wat als Weerplaza plaatselijk kouderecords voorspelt. Zo vaak is het in de laatste week van februari niet koud geweest. Ja, in 1985 was het ook koud. Toen werd op 21 februari de Elfstedentocht verreden. Maar nog op de dag van de tocht werden de schaatsers door de dooi overvallen.
In een ander elfstedenjaar was het ook heel laat bar koud. In 1963, toen op 18 januari al de Siberische Elfstedentocht werd verreden, bleef het ook daarna ijzig. Op 26 februari 1963 vroor het in Leeuwarden nog 14,3 graden, het record op die dag sinds de metingen uit het begin van de vorige eeuw.
Er is geen enkel zicht op een Elfstedentocht, schaatsers mogen al blij zijn dat ze ergens aan een tocht kunnen deelnemen. Niettemin, er is in de laatste week van februari toch een vaarverbod in Fryslân afgekondigd voor de kleinere vaarwegen. Zo kan het ijs groeien en blijven de vaarten en sloten een mooie ijsvloer houden. Wetterskip Fryslân heeft zelfs de meeste gemalen stil gezet. Ook de traditionele draaidagen in de voorjaarsvakantie van het monumentale stoomgemaal bij Lemmer zijn uitgesteld.
Teen
Het klinkt mooi, die Siberisch kou. Maar dat is het pas echt als de beelden van de barre Elfstedentocht van 1963 worden teruggehaald. Op slecht ijs, met strenge vorst, felle wind en stuifsneeuw lukte het slechts 57 wedstrijdrijders de finish te halen. Een van hen was Tinus Udding. Het kostte hem een van zijn tenen. Als bewijs ligt de afgevroren teen in het Eerste Friese Schaatsmuseum in Hindeloopen. Dat zal niet weer gebeuren.